één uur gaans met de hengst te gaan dekken, gerekend vanaf zijn stal bij Peman Kakebeeke op Kloetinge. Ook na protest van de afdeling Kruiningen van de ZLM blijft het besluit gehandhaafd: wegens 'stijfheid in de borst' zal de hengst niet verder gaan dekken dan Kat- tendijke, Biezelinge, 's-Gravenpolder, Nisse, 's-Heer Arendskerke en Wolphaartsdijk. Waarschijnlijk om te zorgen dat er een opvolger voor Nelson is, mocht zijn conditie nog ver der achteruitgaan, stellen W.L. Kakebeeke, J.I. Koens en J.J. van Weel voor om een of twee Duitse hengstveulens te kopen. Na een lange discussie blijken de meeste aandeelhouders daar niet voor te voelen. Wel besluit men om een paardenmarkt in het leven te roepen, samen met de ZLM. Het is de bedoeling om de markt in de eerste helft van mei te houden. Daar zul len driejaar lang premies worden uitgeloofd voor afstammelingen van Nelson: voor eenjarige f 15,- voor tweejarigen f 20,- en voor driejarigen f 25,-. Na het dekseizoen wordt besloten om de hengst, ondanks zijn matige conditie, niet te verko pen of men moet er ten minste f 1.500,- voor bieden. Dat bedrag is rijkelijk optimistisch: voor een paard van drie jaar of ouder werd als regel niet meer dan f 300,- a f 400,- betaald. Afb. 2. Percheron. Bron: equus.nl. In de volgende vergadering komt Koens weer met zijn voorstel om veulens te kopen, deze keer twee of drie: 'welk voorstel echter na breedvoerige discussie, bij gebrek aan ondersteuning wordt ingetrokken'. In december 1875 blijkt Nelson er zo slecht aan toe dat verkoop noodzake lijk is. Aandeelhouder Nijsse neemt hem over voor een bedrag van f 300,- met het beding dat de hengst niet op Zuid-Beveland mag dekken. Vervolgens moet er een nieuwe hengst aangeschaft worden. Sommige aandeelhouders stellen voor om deze keer een Percheron te kopen. Deze paarden zijn afkomstig uit de streek Perche in Normandië. Het is een sterk ras dat overal inzet baar is en zeer goed uitgangsmateriaal voor kruisingen vormt. Vooral in de periode 1880-1920 waren ze bijzonder populair.6' De meesten geven toch weer de voorkeur aan een Oldenburger. Na de verkoop van Nelson is er f 1.550,- in kas. Dat is te weinig voor een nieuwe hengst, dus er moeten weer aandelen uitgegeven worden. Er worden er tijdens de vergadering meteen twaalf verkocht waarvan Van den Bosch er vijf afneemt. In de maanden daarna zullen er in totaal vijf entwintig van de hand gaan zodat er net genoeg geld is om de nieuwe hengst te financieren. Twee maanden later is er een driejarige Oldenburger aangeschaft, Wilhelm genaamd. De koopprijs inclusief kosten bedraagt f2.711,71. De vergadering besluit dat het eerste jaar niet meer merries gedekt zullen worden als er aandelen uitstaan, in totaal dus achtenvijftig. Ook zal de hengst niet verder gaan dan de eerder genoemde dorpen. Hij zal evenals zijn voorgan ger gestald worden bij Peman Kakebeeke op Kloetinge voor f 225,- per jaar en kosteloos gebruik. De anderen moeten een dekgeld van f 7,50 betalen. Het dekseizoen van 1876 verloopt voorspoedig en wordt afgesloten met een winst van f328,90. De vergadering besluit met het geld drie aandelen van f 100,- in de 3% lening van de 18

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2003 | | pagina 20