Kvvadendamine, een dorp in de Zwaake* Bas Chamuleau Inleiding bij het artikel over het ontstaan van Kwadendamme en de naamgeving van dit dorp. door Jan de Ruiter Gelukkig zijn er nog leden binnen onze Heemkundige Vereniging die zich actief bezig houden met de geschiedenis van de Bevelanden of een onderdeel daarvan. Soms mondt dat uit in een doctoraalscriptie, die daarna in boekvorm verschijnt, zoals Albert Kort (zie elders in dit nummer), die de armenzorg op het platteland heeft 'uitgespit'. Soms zijn het niet leden, zoals professor C. Dekker, die in een omvangrijke studie de geschie denis van Goes tot aan 1577 aan het papier heeft toevertrouwd. Dit zijn wetenschappelijke studies, die nog vele jaren als standaardwerken zullen worden geci teerd. Er zijn ook mensen, die in hun vrije tijd de geschiedenis bestuderen. De resultaten daarvan leveren soms verrassende gezichtspunten op. Dan valt bij voorbeeld te denken aan het artikel in vier afleveringen in ons blad 'De Spuije' van Paul Harthoorn over de oorsprong van de naam Calishoek (het latere 's-Heerenhoek). Juist de veelheid van bestudeerde bronnen, de benadering van het onderwerpde verwerking en rangschikking van de gevonden resultaten en de getrokken conclusies, kunnen weer voor anderen een stimulans zijn om daarmee door te gaan of juist een ander historisch gegeven uit te werken. In de diverse archieven liggen nog vele niet of nauwelijks bewerkte bronnen te wachten. In dit nummer treft u onderstaand een artikel aan van ons lid Bas Chamuleau. Hij houdt zich al jaren bezig met het ontstaan van Kwadendamme en de naamgeving van dit dorp. In zijn hypothese gaat hij uit van het vermoeden, dat waar sprake is van een dam, er ook een eiland moet zijn geweest waar die dam naar toe liep. Maar hij relativeert ook. Zo schrijft hij aan het begin van zijn bijdrage:het waterdichte bewijs is nog niet gevonden'. Of dit 'harde' bewijs ooit gevonden wordt is uiterst twijfelachtig. Geen enkel gebied in Zeeland is zo aan veranderingen onderhevig geweest als juist dit stroomgebied van de voormalige Zwake, waarin de bewoningskern Kwadendamme is ontstaan. Aan de ene kant is het gebied logisch opgebouwd, omdat de middeleeuwers systematisch schor voor schor, polder na polder hebben terug gewonnen op de zee. Aan de andere kant zijn er vraagtekens, omdat het soms niet helemaal duidelijk is. Aanvankelijk waren het kleine defensieve werken, zoals een dam door een kreekje of een dijkje om een schor. Later werden grote oppervlaktes schorren en slikken bedijkt en getransformeerd tot polders. Dit door mensenhanden gemaakte cultuurgebied wordt nu getypeerd als het klein schalig polderlandschap Wij weten maar al te goed, dat door menselijk ingrijpen in een getijdengebied, dit in de daarop volgende jaren grondig kan veranderen. Waar vroeger een zandplaat lag of zelfs een vrucht bare polder, kan nu een tientallen meters diepe geul lopen. Zo was dat eeuwen geleden niet anders. De al eerder genoemde professor Dekker heeft in zijn standaardwerk over het ontstaan van Zuid-Beveland, aan de hand van archiefonderzoek en logisch denken, deze ontstaansgeschie denis in grote lijnen en soms in detail vastgelegd Helaas was het nu juist bij de polders van Kwadendamme allemaal niet zo erg duidelijk. Dekker heeft daar zelf eveneens enkele hypothe sen op losgelaten, maar besluit op blz. 245: Wij moeten het probleem laten zoals het is'. De Kwadendamme kenner bij uitstek, de inmiddels overleden schoolmeester Adriaan de Boo, heeft dikwijls gezocht naar het ontstaan van Kwadendamme en daar in zijn eigen blad 'Varia 21

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2003 | | pagina 23