Catharina was niet dement, maar heeft lang onder een enorme geestelijke druk geleefd, die haar in de bewuste nacht ertoe gedreven kan hebben een oplossing voor haar probleem te for ceren. Hoe kon zij anders tot de naïeve conclusie gekomen zijn dat als 'dat hoerenjong' er niet meer was, alles weer in orde zou komen. Wellicht is zij pas nadat zij de daad verricht had op het idee gekomen haar man er van te beschuldigen om zodoende ook van hem verlost te zijn. Die vlieger ging niet op en Catharina zou elf jaar lang in de gevangenis moeten doorbrengen. Nog een pamflet Behalve de twee pamfletten die in de Spuije afgedrukt zijn, is er nog een derde gevonden, waarop de juiste datum van 13/14 Juni 1887 staat, (zie afbeelding) Na de daad Catharina werd op 30 december 1887 naar de strafgevangenis voor vrouwen in Gorinchem gevoerd. De drie kinderen, Izaak, Johannes en Jacob werden tijdelijk in het gezin van Jan Glerum en Johanna de Visser te 's Heer Arendskerke opgenomen7/ Izaak is in 1898 als vrij willig zeemilitair naar Den Helder vertrokken. Op 2 februari 1888 werd Catharina in de gevangenis verlost van een zoontje dat de naam Cornelis de Visser kreeg 8). Toen het kind ruim een jaar oud was werd hij opgehaald door zijn tante Wilhelmina van de Plasse en rijksveldwachter brigadier Buerman van 's Heer Arends kerke en ondergebracht bij familie in de Kraaiert. Hier zou hij blijven tot zijn moeder uit de gevangenis was ontslagen en in 1899 hertrouwd was met Johannes Lambertus Dodmond. Evenals zijn vader en stiefvader werd hij koopman. Op 15 maart 1917 is hij te Yerseke getrouwd met Suzanna Laurina Bom. Uit dit huwelijk werd te Kruiningen een zoon Izaak geboren (vernoemd naar zijn oom Izaak de Visser) die nakomelingen gehad heeft. Cornelis de Visser (de oude) is op 23 oktober 1889 hertrouwd met Cornelia van Baren. Zij is op 2 maart 1941 te 's Heer Arendskerke overleden in de leeftijd van 78 jaar.9' Een lichtere noot Over haar leven in de gevangenis te Gorinchem is mij niets bekend. Na ontslag heeft Catha rina de draad van haar leven weer opgepakt. Binnen een jaar is zij hertrouwd met Johannes Lambertus Dodmond en zijn zij in Yerseke gaan wonen. Uit dit huwelijk zijn in 1901 en in 1902 twee kinderen geboren die jong overleden zijn. Tot slot een stukje 'oral history'. Een nichtje van Johannes, die Kaatje Hoogesteger heette, kwam bij hun in huis. Kaatje was van huis uit katholiek en het was de wens van haar ouders dat zij katholiek opgevoed zou wor den. Nu was dit voor Catharina en Johannes geen groot probleem, want zij waren zelf nogal wispelturig in hun geloof. Na eerst hervormd geweest te zijn, kerkten ze later bij de Vrije Evangelische Gemeente en daarna bij het Leger des Heils, maar de Rooms Katholieke kerk ging hen toch een stapje te ver. Zodoende kreeg nichtje Kaatje wel een wijwaterbakje, maar dat werd aan de binnenkant van haar bedstededeur opgehangen, zodat het niet voor iedereen zichtbaar was. Het echtpaar had veel aanloop, want men kwam er graag. Er werd wel gespro ken van 'de zoete inval'. Vooral tijdens de mobilisatie in de eerste wereldoorlog kregen ze veel ingekwartierde soldaten over de vloer (zie foto). Maar 'Moe Kaó' wist het wel in de hand te houden. Als er soldaten na een avondje 'stappen' te laat thuis kwamen werden ze niet bin nengelaten. Ze riep hen dan toe: 'Mergenochtend dan bin je d'n eêsten!'. Dodmond is op 1 juli 1920 in Yerseke overleden. Hij was nog maar 49 jaar. Catharina heeft hem acht jaar over leefd. Zij stierf te Goes op 20 april 1928. Conclusie Elke tijd heeft zijn eigen wijze van berechting. Had Catharina de daad honderd jaar eerder gepleegd dan zou zij ongetwijfeld op de markt in Goes of Middelburg zijn opgehangen. Nu kreeg zij 15 jaar gevangenisstraf, die zij waarschijnlijk geheel zou hebben moeten uitzitten 31

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2003 | | pagina 33