als haar bij de kroning van Koningin Wilhelmina in 1898 geen gratie verleend was. Het komt mij voor dat haar advocaat meer werk had kunnen maken van het feit dat zij regelmatig door haar man mishandeld werd, dat zij op het moment van de misdaad twee maanden zwanger was en dat zij vier jonge kinderen te verzorgen had. Maar het is onwaarschijnlijk dat zoiets op de mannelijke rechtsplegers van die tijd veel indruk gemaakt zou hebben. Had het mis drijf tegenwoordig plaatsgevonden dan had men haar misdrijf misschien herkend als een wanhoopsdaad en was Catharina mogelijk niet in een strafgevangenis geplaatst, maar ondergebracht in een psychiatrische kliniek. Afb. 2. J.L. Dodmond, C. v.d. Plasse, nichtje Hoogesteger en vier soldaten die inge kwartierd waren te Yerseke gedurende de eerste wereld oorlog. (Eig. P. Harthoorn). Met dank aan de heer M.J.Geuze te 's Heer Arendskerke voor zijn waardevol commentaar. Noten: 1) Dat haar vier zusters Maria, Neeltje, Jacomina en Wilhelmina geen dochters naar haar vernoemd hebben is eenvoudig te verklaren. Er waren niet genoeg kinderen om na de vier grootouders en misschien de oudste ooms en tantes ook Catharina te vernoemen. 2) In het verslag van de vechtpartij wordt hij 'Huiszoon' genoemd. Wie de N.van de Plasse was die daar ook bij aanwezig was is mij niet bekend. Het kan niet Nicolaas van de Plasse, de oom van Catharina, geweest zijn, want die was reeds overleden. Mogelijk staat de 'N' alleen voor 'onbekend'. 3) Gemakshalve heb ik Cornelis de Visser in dit artikel meestal alleen als Wisser' aangeduid. 4) Catharina heeft als boerenmeid en/of dienstbode gependeld tussen 's Heer Arendskerke, Heinkenszand en 's Heerenhoek. Ik heb hier aangenomen dat zij rond 1879 bij haar ouders woonde. 5) Toontje' was Anthonij Beneder, geb. 's Heer Arendskerke c.1845. Hij was getrouwd met Maria Johanna van de Plasse, geb. 's Heer Arendskerke c.1851 en daar overleden 30.11.1893, dochter van Geerard van de Plasse, broer van Cornelis van de Plasse, en Maria Zuidweg. 6) Midavaine noemt alleen Johannes en Jacob. Er was ook een Izaak de Visser die op 13.4.1881 te Heinkenszand geboren is. 7) Jan Glerum en Johanna de Visser zijn op 16.5.1878 te Heinkenszand getrouwd. Johanna was ook aanwezig bij de rechtszaak, evenals haar zuster Susanna de Visser, vrouw van Cornelis Prinse. 8) Ik acht het waarschijnlijker dat hij vernoemd is naar zijn grootvader Cornelis van de Plasse dan naar zijn vader. De echt scheiding tussen Cornelis de Visser en Catharina van de Plasse werd op 2 maart 1888 uitgesproken. 9) De kinderen Johannes en Jacob zijn mogelijk bij Cornelis de Visser en Cornelia van Baren opgevoed. Dit echtpaar heeft niet steeds in 's Heer Arendskerke gewoond. Op 11 mei 1898 zijn zij naar Koudekerke verhuisd. Op 29 oktober van dat jaar zijn zij naar Heinkenszand verhuisd met hun dochter Neeltje. Pas op 6.5.1911 zijn zij weer in 's Heer Arendskerke komen wonen. 32

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2003 | | pagina 34