Ze zijn ongeveer zo oud als de Goese Polder en ze behoorden organisatorisch ook tot die polder. Het grootste van de twee poldertjes werd het Cleyn Polderkijn genoemd, het was 21 gemeten groot (ongeveer 7 ha.). Het kleinste heette het Coman Heynspolderkijn en was 6 gemeten groot (ongeveer 2 ha.). De poldertjes liepen bij stormen nogal eens onder water. Na een nieuwe herdijking in 1474 heette het Cleyn Polderkijn voortaan Jan Pietersz Costerpoldertje, kortweg Jan Pieterszpol- dertje, naar de nieuwe eigenaar. In 1479 overstroomde het weer en het werd in 1481 op kos ten van de stad Goes opnieuw ingedijkt. Toen bij de Allerheiligenvloed van 1570 de poldertjes opnieuw onder water liepen werden ze door het stadsbestuur weer bedijkt, maar de dijk tussen de beide poldertjes werd niet hersteld. Vanaf dat moment was er sprake van één polder, die onder de naam Pier- en Pinkxpolder tot in de 19de eeuw bekend bleef.81 Afb. 6. De Noorddijk, thans Kattendijksedijk, gezien vanuit de richting Kattendijke. Rechts het voormalige Goese Diep, nu de Wilhelminapolder bij de golf baan. Bij de fortificatie van Goes van 1597 en 1598 werden in het poldertje vestingwerken aange legd. Vanaf de hoofdpoort twee bolwerken, onderling verbonden door courtines of loopschan sen, met aan het eind bij de havenuitgang de Westerschans.91 Nu ligt het sportpark 'Het Schenge' grotendeels in het voormalige poldertje, terwijl bij de Oude Zeedijk de restanten van de Westerschans met de boerderij van Van Noort nog altijd aanwezig zijn. De Honderd Gemeten Als laatste sectie buiten de stadswallen rest nog 'Sectie B': de Honderd Gemeten. Een merk waardig smal stuk grondgebied aan de oostzijde van de stad, met een wat merkwaardige geschiedenis. De kadastrale kaart geeft als begrenzing in het westen de haven, de 'stadsbuitencingel' (d.i. de Oostvest) en de Steeneweg (d.i. de tegenwoordige Voorstad). In het noorden wordt de sec tie begrensd door de gemeente Kattendijke en in het oosten door de gemeente Kloetinge. Een zuidgrens is er eigenlijk niet.101 De grens met Kloetinge Het merkwaardige van sectie B zit hem in de grens met Kloetinge. Oorspronkelijk liep de grens tussen de ambachten Goes en Kloetinge langs een oude kreek, de Versvliet, die later de Oostvest en de (oude) haven ging vormen. Omdat voor elke ontwikkeling op de oostoever van de haven en de Oostvest toestemming van Kloetinge vereist was voelde het Goese stadsbe- 6

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2003 | | pagina 8