gisch onderzoek in 1955 hebben waarde
volle informatie over dit bergje opgeleverd.
De kaarten die ooit bij de overlopers van
Kloetinge behoorden zijn helaas alle verlo
ren gegaan. Een ander feit is dat er voor de
17e eeuw heel weinig detailkaarten van
het platteland gemaakt zijn, waardoor we
ook weinig weten van het toenmalig
wegenpatroon. Ook van het Zuidambacht
van Kloetinge zijn er, voor zover ik weet,
geen bekend. Op de eerste betrouwbare
kaarten kunnen we wel zien dat dit bergje
aan een doorgaande route moet hebben
gelegen. Op die van Visscher Roman uit
1652 en Blaeu uit 1662 zijn geen vliedber
gen en watergangen aangegeven, wel aller
lei bouwwerken en een wegenpatroon dat
veelal de kreekruggen en dijken volgt. Op
beide kaarten kunnen we duidelijk zien dat
het bergje aan een oost-westroute van De
Groe naar Biezelinge moet hebben gelegen.
Het eerste gedeelte van deze weg dwars
door de Oosthoek, liep zuidelijk van de
Middenhof naar de Abbekinderse Zandweg.
Op de z.g.n. Hattingakaart 1748) staat
dat eerste gedeelte van deze route al niet
meer aangegeven. Waarschijnlijk is deze
weg, toen de kapel van St. Maarten ter
Groe niet meer werd gebruikt, vervallen
tot een onbeduidend paadje. Toch heeft het
als landweggetje nog lang dienst gedaan,
zeker tot 1770 (zie de vorige aflevering over
De Groe, Spuije 55, voorjaar 2002). De
nieuwe route naar De Groe moet toen via
de Wrangeweg en de Nieuwe Weg hebben
gelopen. Hattinga tekende dichtbij het
bergje een nieuw kruispunt van wegen.
Allereerst een weg zuidwaarts, naar
Blaemskinderen en 's-Gravenpolder. Ook
nieuw is het stuk Abbekinderse Zandweg
dat vanaf de Middenhof naar het noorden
nog verder doorloopt. Mogelijk waren deze
wegen als landpaden al langer in gebruik
maar hebben de eerste kaartenmakers ze
niet belangrijk genoeg gevonden om ze op
hun kaart te vermelden.
Op deze Hattingakaart zien we voor het
eerst vliedbergen getekend, helaas lang
niet allemaal, de reden hiervan is niet
bekend. Ook Hattinga tekende net als de
eerder genoemde kaartenmakers geen
watergangen op zijn kaart. Een heel ander
beeld krijgen we te zien op de kaarten met
de titel: 'De Heerlykheid Cloetinge' en 'De
Breede Watering' getekend door J.F. Metz-
ger en gedateerd 1769 (in 2 versies) en
1801, waar veel meer details op te zien
zijn. In de toelichting verklaart hij onder
andere zijn diverse gebruikte belijningen
en lettercodes van de heerlijkheden, de
blokken en de veld- en tiendhoeken. Hij
tekende wél de watergangen en slaaken,
ook alle dijken en verschillende soorten
wegen. En heel nauwkeurig, beter dan
Hattinga, vermeldde Metzger vrijwel alle
vliedbergen op zijn kaarten. Alle informa
tie op de kaarten is niet gericht op de
bewoning maar duidelijk op het wegennet,
het waterschapsbeheer en overlopers uit
die tijd. De vliedberg, door hem vloedberg
genoemd, ligt in 1769 in hoek Y-41. Merk
waardig is dat de wat meer uitgewerkte
versie van 1769 en die van 1801 allebei
Y-40 aangeven, terwijl het grotere oostelijk
deel Y-41 blijft. Is dit misschien een fou
tieve vermelding? De overloper van 1770
geeft wel een vermindering aan in het per
ceel waarop het bergje staat. De reden is
niet aangegeven, maar 6 roeden worden
opeens apart vermeld terwijl er geen ver
andering of eigendoms wisseling heeft
plaatsgevonden. Misschien is er een pad of
een sloot aangelegd van 6 roeden waardoor
de splitsing in deze hoek verklaard kan
worden.
De Wrangeweg wordt door Metzger op de
kaarten Vrange Weg genoemd en is aange
geven als een aarden weg, dus onverhard.
Duidelijk aangegeven, op beide kaarten
van 1769, is het restant van de Wrange die
als een watergang zuidelijk langs het per
ceel met het bergje loopt richting de kreek,
genaamd Smallegange, even voorbij
Olmenstein. Vanaf de Abbekinderse Zand
weg en de Wrangeweg is nog een stukje
watergang aangegeven dat ten westen van
het bergje naar het zuiden stroomt en daar
in de Wrange uitmondt.
Een flinke bocht in de Wrangeweg, even
ten zuiden van het bergje, doet vermoeden
dat deze weg een ouder tracé van de kreek
volgt. Deze bocht is ook te zien op de Hat
tingakaart. De weg volgt hier dus niet het
tracé van de getekende watergang, maar
12