gaat noordwest langs het bergje
waar deze aansluit op de Abbekin-
derse Zandweg.
Op de eerste kadastrale kaart van
Kloetinge gemaakt door de landme
ter Holster in 1830, ligt dit bergje in
Sectie C, genaamd Apekinderen, in
het perceel nr. 211 en is in gebruik
als bouwland. In de later gemaakte
kadastrale atlas van Goes en Kloe
tinge staat informatie over de
genummerde percelen, zoals het
gebruik van de grond, de oppervlak-
tematen en de naam van de eige
naar. De oude hoeknamen zoals ver
meld in de overlopers zijn op de
kaart nog aangegeven maar helaas
zonder begrenzingen. Op deze eerste
kadastrale kaart zien we tussen twee
percelen in de Wrangehoek Y-40 een
dreef (no. 233) getekend staan. Ook
de vorm van de Wrangehoek is iets
anders dan bij Metzger, maar dat
kan onbelangrijk zijn. De kaarten van het
kadaster zijn vollediger, betrouwbaarder
en meer naar de werkelijkheid getekend
dan de oudere kaarten. De latere kaart van
landmeter Leendert Paardekoper, volgens
C. Dekker in 1863 gemaakt, laat nagenoeg
hetzelfde zien. Deze kaart sluit beter aan
op de overlopers (die nog werden bijgehou
den tot 1861) omdat hierin nauwkeurig de
vronen met een blauwe kleur zijn aangege
ven. In de overlopers werden vronen apart
vermeld en opgeteld. Daaraan vinden we
enige steun bij de oriëntatie van het
gezochte perceel. Ook in de naaste omge
ving van het bergje waren vronen te vin
den, perceel 231 en 208-210 in de Wrange
hoek. In de Oosthoek perceel 302 en een
gedeelte van 301 en 303 als een brede
strook langs de Abbekinderse Zandweg en
een klein stukje vroon in perceel 1 van de
Janne Jan de Brassershoek. Alle vronen
dichtbij elkaar rond de haakse bocht in de
Abbekinderse Zandweg hoek Wrangeweg.
Verder staat het bergje vrijwel altijd nog
op oude kaarten aangegeven tot 1955.
Bewoning van deze vronen zien we op per
ceel C 210, maar ook op de Hattingakaart
zien we op die plaats bebouwing. Het is
Afb. 2. Kadastrale kaart van L. Paardekoper uit
1863 met de ingekleurde vronen. (GA Goes).
mogelijk om na te gaan of er op deze vro
nen na 1600 nog bewoning is geweest,
maar dat is een tijdrovend karwei, zij lig
gen namelijk in drie verschillende hoeken.
In de tijd dat de berg opgeworpen en ver
hoogd is zal er zeker ook bewoning in de
directe omgeving zijn geweest.
Vermeldingen in de overlopers en
andere archiefstukken
De Wrangehoek ligt grofweg tussen de
Zuidhoek, Oosthoek, Janne Jan den Bras
sershoek en de Werfhoek. In de overlopers
wordt de Wrangehoek beschreven als: De'
wranght over de waterganck van westen in
streckende oost op'. De twee laatst
genoemde percelen in deze hoek zijn vro
nen. In de oudste overloper van 1559 wor
den deze vronen in de Wrangehoek, ook het
perceel waarop het bergje staat, niet
genoemd. Dat kwam vaker voor, waar
schijnlijk omdat de vronen niet belasting
plichtig waren.
In de eerst volgende bewaard gebleven
overloper van 1601 staan ze wel vermeld
en omschreven als:
Vroone - Jan Pierss(en) met zijn vier
joncxste weezen oo(st) a(an) 250 roeden
13