Vt
V A - I :JiI I I
Afb. 3. De kantine van de aluminiumfa-
briek A. W. W. Dit is het enige gebouw dat
nog dateert uit WO II. De rest is nieuw
bouw. De foto is gemaakt in september
2002. (foto A. Foudraine).
We werden opgewacht door de algemeen
directeur, een SS-offïcier. Hij hield een
korte toespraak waarin hij ons wees op de
vier windstreken. Overal mochten we ons
vrij bewegen, alleen naar het zuiden, waar
Zwitserland lag, was het streng verboden.
Dat was 'Sperrgebiet'. Zijn slotzin was:
'Wees blij dat jullie hier mogen werken en
dat je niet leegbloedt aan het oostfront'.
We werden ondergebracht in barakken
omringd met wachttorens en mitrailleurop
stellingen. Dichtbij waren Russische krijgs
gevangenen ondergebracht. Deze werden
door militairen met waakhonden naar de
fabriek gebracht. Op de kampkleding van
de Russen was met witte letters 'SU' aan
gebracht.
Er werd ons verteld dat voor onze komst
een paar Russen bij een ontsnappingspo
ging waren gepakt en gefusilleerd. De lij
ken hadden een week lang ter afschrikking
bij de fabriekspoort gelegen.
Het werk in de fabriek was zwaar en
bovendien was er voortdurend een oorver
dovend lawaai van neervallende platen.
Kleine vierkante platen werden door de
walsen geperst en door twee personen ach
ter de walsen weer teruggegooid om vervol
gens weer verder uitgewalst te worden tot
platen van grote lengte. Deze waren
bestemd voor de vliegtuigindustrie.
In de barakken troffen we nog al wat
bekenden uit Zeeland, naast velen uit alle
delen van Nederland. Ook waren er veel
Belgen, Fransen, Polen, Tsjechen en Italia
nen. De laatsten waren meestal vrijwilli
gers, maar later werden ze ook als krijgs
gevangenen behandeld.
Naast het zware werk in de fabriek was
ook het eten slecht en onvoldoende. Ik kon
als niet-roker het rantsoen aanvullen door
het ruilen van sigaretten tegen brood.
Bovendien ging ik elke zaterdag bij een
boer in het dorpje Schwerzen om een pan
melk voor de barak. Heen en terug was dat
vier kilometer.
Het wonen in een barak was geen onver
deeld genoegen. We hadden veel last van
ongedierte o.a. wandluizen, waarvoor we
geen effectief bestrijdingsmiddel hadden.
Wanneer het weer het toeliet sliepen we bui
ten aan het riviertje de Wutach, dat door het
dorp stroomde. Thans is een wandeling door
de Wutachschlucht een van de mooiste van
Zuid-Duitsland. Toen viel ons dat niet zo op.
Aangezien ik graag van het fabriekswerk
afwilde, zocht ik contact met Tom van der
Vaart, die op het laboratorium werkte. Er
was namelijk aan de fabriek ook een smelt-
- :v.'
&1?i j''wiiiidinfifiTwnWQwB—n
Afb. 4. De Zeeuwse jongens voor hun barak
op ls*e Kerstdag 1943. Achterste rij: Jan
Baarends,Piet Mostert, Rinus de Dreu,
Louis van Leeuwen, Bram Kleinepier, Jan
de Dreu en Johannes van Liere. Voorste
rij: Ad Foudraine, Henk Ventevogel, Wim
Hopmans, Piet van der Meule, Wim de
Bruine en Jan Theune. (foto J. van Liere).
4