uit Andenne (ten zuiden van Luik). Enkele
gevonden randscherven van dit type had
den een handvormig oor van 3 cm breedte
en zijn vermoedelijk afkomstig van onge
glazuurde tuitkannen met een lensvormige
bodem. Het typerende korte oor is hoog aan
de rand bevestigd en niet echt als een
handgreep te gebruiken. Ook is er gegla
zuurd Andenneaardewerk gevonden met
radstempelversiering, bont geglazuurde
scherven van een bijzonder gevormd
drinkbekertje, een fragment van een dek
seltje en enige bolronde scherfjes vermoe
delijk van een rammelaar.
Het Pingsdorfaardewerk is ook geligwit tot
geligbruin van kleur maar harder gebakken
dan Andenne. Aan de buitenzijde veelal
versierd met roodbruine verfstrepen. De in
de kernheuvel gevonden bodem-, wand- en
randscherven zijn eveneens van drinkbe-
kertjes en geoorde tuitpotten. Sommige
bodemfragmenten waren voorzien van een
standring met vingerafdrukken. Het sterk
daarop lijkende ceramiek is wat grijs tot
grijsbruin van kleur en versierd met don
kerder verfstrepen, veelal in golvende of
warrelende lijnen. De standring van de
bodemscherf lijkt minder zwaar en gegolfd
dan het echte Pingsdorf. Het baksel is ook
gemagerd met kwartskorreltjes, waardoor
het oppervlak vrij ruw aanvoelt. Enkele
scherven zijn van zeer hardgebakken, bijna
steengoedachtig materiaal, met glimmende
gesinterde ijzerhoudende verfstrepen.
Scherven van kogelpotaardewerk werden in
de berg te Abbekinderen in ruime mate
gevonden. Dit aardewerk is in vele soorten
en maten gemaakt in de omgeving van
Keulen, o.a. bij Paffrath. De kleur varieert
sterk van lichtgrijs tot donkergrijs, zelfs
donkerblauw tot zwart en loodkleurig komt
voor. De randen zijn lipvormig waardoor
men de vloeistof in de pot gemakkelijk uit-
schenkt. De vormen van de potten zijn zeer
bol en lijken soms niet gedraaid maar hand-
gevormd te zijn. Ze hebben een ronde
bodem waardoor ze alleen in het zand of het
vuur rechtop kunnen staan. De klei is soms
gemagerd met kwarts maar ook met grof
zand kwam voor. Vaak zijn op de randen
maar ook op de wanden van de kogelpotten
versieringen met een radstempel aange
bracht. Dit varieert van een enkel randje
tot brede ruitvormige versierde stroken.
Verder werden nog enkele, vrijwel geheel
vergane stukjes brons, een hardgebakken
spinsteentje en een slijpsteentje gevonden.
Wat benen voorwerpen zoals schaatsen, een
pen of priem (met doorboord gat) een gebro
ken benen voorwerp, vermoedelijk een wer
vel van een deur, een benen ringetje en
fragmenten van minstens drie verschil
lende handmolenstenen van basaltlava.
Verder werd er veel slachtafval (bekapte en
gebroken botten) gevonden. Dit keukenaf
val was afkomstig van een schaap of geit,
rund, varken en gevogelte. Verder zijn nog
enkele botten van een paard, een hond en
een schedeltje van een kat gevonden.
Tot slot kunnen we dus zeggen dat deze
wat simpel lijkende 'vliedberg te Abbekin
deren' een echt bewoond hoogwerf op een
vrone is geweest en in twee fasen werd
opgebouwd. Door het archeologisch onder
zoek zijn we veel te weten gekomen van de
opbouw en de bewoning. Toch blijft het
jammer dat ook dit bergje moest wijken
voor de vooruitgang in de vijftiger jaren.
(Wordt vervolgd)
Met dank aan: ir. J.A. Trimpe Burger, per
soneel van het Gemeentearchief Goes en de
archivaris van het Waterschap Zeeuwse
Eilanden.
Geraadpleegde literatuur en bronnen:
L. J. Moerland en A. J. Blok, De straatnamen van Kloe-
tinge.
L. J. Moerland en A. J. Blok, De veldnamen van Kloetinge.
Overlopers van het Zuidambacht van Kloetinge, Oud
Archief, Waterschap de Zeeuwse Eilanden.
Overlopers uit de Verzameling De Witt Hamer, Gemeente
Archief Goes.
Overlopers uit Oud Archief van het Gerecht en de Weeska
mer van Kloetinge.
Kadastrale Atlas Goes en Kloetinge.
Gemeente Archief Goes, diverse oude kaarten o.a. van
J.F. Metzger inv. nr. 129 en 131 uit de verzameling van
A. J. Blok en van L. Paardekoper inv. nr. 15 uit de verza
meling Lenshoek.
C. Dekker, Zuid-Beveland, de historische geografie en de
instellingen van een Zeeuws eiland in de Middeleeuwen,
Assen 1971.
C. Dekker, De Zeeuwse vronen in datum et actum. Opstel
len aangeboden aan Jaap Kruisheer ter gelegenheid van
zijn vijfenzestigste verjaardag, Amsterdam 1998.
J.C. de Man, De vluchtbergen in Schouwen, de Bevelanden
en Tholen. AZG, 1897.
19