meester D. de Koning.
Het voorste gedeelte van het pand is door
de jaren heen in stand gebleven. Het mag
opmerkelijk heten dat de voorgevel sedert
de bouw geen enkele wijziging heeft onder
gaan. Vanaf 22 april 1976 is het als Rijks
monument aangemerkt. In het boek 'Archi
tectuur en stedebouw in Zeeland
1850-1945' lezen we erover: 'De zeer rijk
gedecoreerde voorgevel is geheel gepleis
terd. Het gebouw is een bijzonder fraai
voorbeeld van het eclecticisme. Vooral
opvallend is de ingangspartij met de loggia
en het hekwerk.'
Tegenwoordig is de benedenverdieping van
het gebouw - eigendom van de gemeente
Goes - in gebruik als moskee (Moskee
Arrahmaan), de bovenverdieping als woon
huis.
Bronnen en literatuur:
GA Goes, Archief gemeente Goes 1851-1919, inv.nrs. 75-
78, 251/760, 271/718, 286/284, 288/589, 289/650, bevol
kingsregisters.
Gemeente Goes, register beschermde monumenten, monu-
mentnr. 16331.
A. Bartels, Een eeuw Middelbaar Onderwijs, Groningen
1963.
B. I. Sens, Architectuur en stedebouw in Zeeland 1850-
1945, Zwolle/Zeist 1993.
Noten:
1. De Franse jongensschool was gevestigd in de Lange
Kerkstraat in het pand wijk C nummer 43 (nu Lange
Kerkstraat nummer 16). Aan de zijde van de Lange
Kerkstraat woonde de hoofdonderwijzer, de schoolin-
gang was aan de achterzijde aan de Korte Vorststraat.
Het voorstel tot opheffing van deze school was zeer wel
kom. In maart 1863 was J.H. van den Bree, die er vanaf
1835 hoofdonderwijzer was geweest, overleden. De solli
citatieprocedure voor een opvolger had geen geschikte
kandidaten opgeleverd. (Zie voor de Franse jongens
school het artikel in de Spuije afl. 58, voorjaar 2003).
2. In 1875 kreeg de straat ter plaatse zijn huidige naam:
Albert Joachimikade. (Raadsbesluit van 16 april 1875).
3. In Goes had men in het kader van bezuinigingen per 1
januari 1854 de functie van stadsbouwmeester
geschrapt. Vanaf die tijd was de opzichter der gemeen
tewegen en -werken de enige functionaris in dienst van
de stad, die tot op zekere hoogte bouwtechnische
bekwaamheid bezat. In voorkomende gevallen riep men
de hulp in van de Ingenieur van de Waterstaat. Vanaf
1861 werd de functie van opzichter bekleed door Jan
Soutendam. Deze was te Goes geboren op 5 juni 1831
als zoon van Charles Petrus Soutendam en Francina de
Leeuw. Hij was gediplomeerd landmeter en had voor
zijn benoeming in Goes gewerkt als opzichter bij ver
schillende bouwkundige en dijkbouwwerken in oostelijk
Zuid-Beveland. Later had hij in particuliere dienst
gewerkt en zich meer op bouwkunde toegelegd. Een spe
cifieke opleiding als bouwkundige had hij niet gevolgd.
Toen Jan Soutendam in 1861 met vier van de acht stem
men als opzichter in dienst van de stad werd benoemd,
was zijn vader lid van de gemeenteraad. Per 1 juni 1870
werd hij uit de dienst der gemeente ontslagen wegens
zijn benoeming tot directeur der stadsreiniging te
Leeuwarden.
4. In het kader van dit artikel zullen we verder alleen de
op het gebouw betrekking hebbende aspecten behande
len.
5. Jan Hendrik Hannink werd op 4 maart 1831 te Eibergen
in Gelderland geboren als zoon van Mannis Hannink en
Harmina Meijer. Voor hij in 1860 in Goes werd geplaatst
was hij als hoofdopzichter werkzaam bij de aanleg van
straatwegen in Gelderland. Op 27 juni 1862 trouwde
Hannink te Goes met Leijntje Dekker, geboren op 24
april 1837, dochter van houthandelaar Johannes Dekker
en Maatje Zandee. Hij woonde aan de Bleekveldsche Bar
rière, vlakbij het Huis van Arrest en de te bouwen HBS.
Van zijn superieuren genoot hij een onbeperkt vertrou
wen. Omdat hij vanwege, de veelvuldige afwezigheid van
de Ingenieur van de Waterstaat er meestal alleen voor
stond, had hij een grote mate van zelfstandigheid.Hier
door had hij ook de gelegenheid gekregen om zich tot een
allround bouwkundige te ontwikkelen. Hij was ervaren in
het maken van bestekken, tekeningen en bouwkundige
berekeningen. Als hoofdopzichter was hij bekend met alle
details van de voorwaarden waaraan de aannemers
moesten voldoen. (Zie voor meer gegevens over Hannink
het tijdschrift Zeeland, nummer 9/4 december 2000 en
nummer 10/3 september 2001).
6. Otto Verhagen was geboren te Utrecht op 17 april 1814.
Hij huwde te Goes op 29 oktober 1835 met Cornelia
Jacoba Cruque. Hij woonde in Goes vanaf 1836. Op 8
augustus 1865 werd hij benoemd als raadslid. Verder
was hij lid van Provinciale Staten, secretaris van de
Maatschappij van Nijverheid, president van de vereni
ging Humaniteit en voorzitter van de vrijmetselaars
loge. Het is opvallend hoe hij, pas raadslid zijnde, op
basis van goed onderbouwde argumenten zijn visie gaf
op de wijze waarop in Goes een aantal zaken geregeld
waren. In hoofdzaak door zijn inbreng trad in september
1866 Dirk de Koning in dienst van de gemeente als
stadsbouwmeester. Dit in combinatie met de functie van
tekenleraar aan de HBS. (Zie voor Dirk de Koning het
artikel in de Spuije afl. 57, winter 2002).
7. Terracotta is een imitatieproduct, zuivere kitsch. Van
gebakken klei werden vormen gemaakt die de indruk
moesten geven uit natuursteen gehouwen te zijn, zoals
consoles, guirlandes, lijsten, beelden, pilasters, karyati-
den, zelfs gotische kruisbloemen, hogels en pinakels.
Vooral in de tweede helft van de negentiende eeuw was
er sprake van een grote vormenrijkdom. Er waren in
Nederland een viertal fabrieken die terracotta vervaar
digden. Van de gevels in Goes waaraan terracotta ele
menten zijn verwerkt is die van de HBS de fraaiste.
8. Eclecticisme: streven in de architectuur en andere kun
sten waarbij weinig naar een strikt persoonlijke, eigen
tijdse uitdrukking wordt gezocht, maar de vormen van
oudere meesters en vroegere stijlen worden 'uitgelezen'
en met elkaar gecombineerd tot een nieuw geheel.De
oorspronkelijkheid van de architect ligt dan in de
bereikte harmonie en de aanpassing aan moderne eisen.
Deze trant heeft gedurende een groot deel van de negen
tiende eeuw de bouwkunst beheerst, gestimuleerd door
een nauwgezette historiebeoefening.
10