Woensdag den 19 April 1747
In verband met de Franse inval in Staats-
Vlaanderen besloten schout en schepenen
van Wissenkerke om een landwacht in te
stellen. Met 'eenparigheijt van stemmen'
werd besloten dat alle 'ingesetene sig
behoorlijk sullen hebben voorsten van goet
geweer benevens kruyt en loodt' en dat dit
door het ophangen van affiches kenbaar
zou worden gemaakt. Ook werd tijdens
deze vergadering een nieuwe majoor van
de landwacht benoemd, als opvolger van de
overleden Nicolaas de Vos, die tevens
secretaris was. Met alle stemmen vóór
werd achtereenvolgens de huidige secreta
ris Jacob Nebbens tot nieuwe majoor
benoemd, Cornelis Claese de Vos tot grif
fier, Marinus Geelhoet tot provoost en Pie-
ter Strijdom tot tamboer.
De secretaris kreeg opdracht om een nieuw
reglement op de Landwacht te maken. Ten
slotte werd besloten dat eens per maand de
'Krygsraed sal werden belegt ten eynde met
de Heeren Officieren de wagten te
reguleren', Jacob Nebbens ging voortva
rend te werk en al op maandag 24 april
1747 werd het door hem opgestelde con
cept-reglement goedgekeurd.
[Op 29 april werd de Prins van Oranje in
Rotterdam tot stadhouder en kapitein-
generaal uitgeroepen, in Amsterdam op 2
mei, andere steden volgden; de staten van
Holland volgden Zeeland op 4 mei.]
Donderdags den 11 Meij 1747
Kennelijk was bij de inwoners van Wissen
kerke de animo om zich te bewapenen niet
groot. Schout en schepenen stelden een
verordening op dat iedereen zich op korte
termijn moest voorzien van 'kruyt en loot,
benevens snaphaan en sydgeweer'. De voor
geschreven bewapening zou op maandag 15
mei 1747 door de officieren van de Land
wacht van huis tot huis worden gecontro
leerd. Bij afwezigheid van een mannelijke
bewoner mocht een ander in zijn plaats het
wapen tonen.
Verder werd bepaald dat iedere officier van
de wacht zich om 8 uur 's avonds (in
andere seizoenen was een andere tijd
mogelijk) met de manschappen moest ver
zamelen voor het huis van de vaandrig.
Daar werd het wachtwoord in ontvangst
genomen om vervolgens gezamenlijk af te
marcheren naar de wachthuizen. Indien dit
niet correct gebeurde werd een straf opge
legd van 'een Schelling ten profyte van het
wagtsvolk'.
Vrijdags den 18 Meij 1747
Bij het dorpsbestuur kwamen verscheidene
verzoeken binnen om het wachthuis op de
dijk van de Mariapolder te verplaatsen
naar de 'Kuype van Ouwelec'. Daartoe werd
nu besloten. Belangrijkste reden voor de
verplaatsing was het dijkwerk aan de
Mariapolder; hier waren veel vreemde dijk
werkers werkzaam die wellicht voor de vij
and werkten. Ook ging het gerucht dat aan
de 'Ouwelecq' door het Provincie bestuur
een batterij zou worden geplaatst; mocht
dit alsnog gebeuren dan kon het wachthuis
weer op een andere plaats worden neerge
zet.
In deze vergadering werd het reglement op
de burgerwacht uitgebreid. Conform het
besluit van de staten van Zeeland werd
besloten dat ieder lid van de burgerwacht
voorzien moest zijn van '24 suffisante
schooten met scherp', daar men anders ver
oordeeld kon worden tot een boete. Corne
lis de Vos werd op zijn eigen verzoek ont
slagen uit de functie van griffier, en
opgevolgd door Jan Onderdijk.
[Op 19 mei kwam Willem IV in Veere aan,
op 20 mei in Middelburg]
Maandag den 26 Junij 1747
De nieuw aangestelde schepenen Jan de
Moor en Cornelis Claesz. de Vos werden
beëdigd; de aftredende schepenen Marinus
de Vos en Willem Meulblok werden
bedankt voor de bewezen diensten.
Woensdags den 30 Augustus 1747
Het dorpsbestuur beraadslaagde over de
plaatsen waar de wachthuizen nu het beste
zouden kunnen komen te staan. Het ging
om twee wachthuizen: een op de dijk van
de Mariapolder, en een aan Geersdijk.
12