Pubiieke Bestelling.
voor de stad, niet subsidiabel.
Niettemin was de minister zeer van goede
wil. Alvorens een beslissing te nemen,
wilde hij gaarne vernemen, 'welke gronden
kunnen worden aangevoerd om voor uwe
gemeente een subsidie te regtvaardigen,
hooger dan in den regel voor dergelijke
scholen verleend wordt.'
Touwtrekkerij
Het zal beslist tegengevallen zijn dat de
gedegen uiteenzetting over de financiële
positie van de stad de minister niet had
verleid om zonder meer akkoord te gaan
met de gevraagde jaarlijkse bijdrage. Maar
de gemeente liet het er niet bij zitten. De
volgende brief, gedateerd 28 mei 1864 was
nog uitgebreider dan de vorige en onder
andere vergezeld van een overzicht van de
uitgaven en inkomsten van de gemeente
over de laatste zeven jaar en van een
begroting van de onderhoudskosten van de
gemeentelijke eigendommen. Dit alles om
aan te tonen dat er voor de gemeente geen
sprake was van enige speelruimte in de
geldmiddelen. Ook voerde men gegevens
aan over enkele andere plaatsen in de pro
vincie, om duidelijk te maken dat de hoof
delijke omslag in Goes in feite toch al te
hoog was.
Edoch, blijkens de antwoordbrief van 18
juni van het ministerie was de minister
niet echt onder de indruk. Opnieuw wees
hij op de onterechte invoeging in het pro
gramma van een opleiding in de klassieke
talen en het niet subsidiabel zijn van de
kosten van een burger-avondschool. Na eli
minatie van deze beide posten zouden de
jaarlijkse kosten slechts 9.000,- hoger
zijn dan die van de op te heffen Franse jon
gensschool. Daar kon geen subsidie van
10.000,- tegenover staan! Vooralsnog was
de minister niet af te brengen van zijn idee
om aan Goes 5.000,- per jaar toe te ken
nen. Dan kwam er tenslotte nog een nieuw
element in het geding: 'Subsidie van Rijks
wege wordt alleen dan gegeven, indien ook
de gebouwen zoodanig zijn ingerigt, dat zij
aan de eischen van een wel geregeld onder
wijs beantwoorden.'
Of de gemeente maar een tekening wilde
insturen waaruit bleek dat men voorne-
Op Zalurdag de» eersten July 1865 dea aamiddago ten n
ure, tullen burgemeester en wethouder» van Goes, tén raadbuite
dier gemeente in het openbaar bij enkele inschrijving, trachten
aaotrbestedcn
.Mei afbreken der zoogenaamde Slads-Sch'ttiren
„,Aet te dier plaatse bonwen van eeno geheel nieuwe
.Hoogere Burgerschool, met annexe Directeurs- en
„Poortiers woningen."
Volgens bestek voorwaarden van besteding en teekeningeD
als ter secretarie tullen ter lezing liggen en aldaar even alt
bij de gemeente-drukker» F. Kleeuwexs ïc Zoon, in afdruk zuilen
verkrijgbaar wezen, tegen betaling van 5,per exemplaar.
Zullende de lokale aanwijzing dezer werken, door den gemeente
opzig'tergedaan worden, op Donderdag en Vrijdag den 29 en
30 dezer, telkens des voormiddage ten tien ure; bij weikan
opzigtcr inmiddels de verlangde informatien te bekomen zijn.
Gedaan te Goes den 10 Junij 1865.
Burgemeester en wethouder* voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. C. PILAAR.
Afb. 2. Bekendmaking van de aanbesteding
op 1 juli 1865, opgenomen in de Goessche
Courant van maandag 12 juni 1865.
(Collectie GA Goes.)
mens was om voldoende lokalen voor de
school met zesjarige cursus in te richten.
De huisvestingskosten waren overigens
niet in de berekeningen opgenomen.
Opnieuw was het de taak van de plaatse
lijke schoolcommissie en de districtsschool
opziener om de gemeenteraad van advies
te dienen. Deze heren wisten er evenwel
niet zo goed raad mee. Ze hadden aan hun
overzicht van 8 maart 1864 nog nauwelijks
iets toe te voegen. In hun reactie, geda
teerd 23 juli 1864, gaven ze aan dat het
wellicht beter was om het onderwijs in de
klassieke talen maar op te offeren.
Over de burger-avondschool, die bedoeld
was om toekomstige ambachtslieden een
gedegen scholing op een goed niveau te
geven hadden ze een duidelijke mening:
'Maar als wij letten op den achterlijken toe
stand der ambachtslieden in vergelijking
met wat men elders ziet, en daarbij een geo
pend oog heeft voor de nadeelendie gebrek
aan kennis en geestontwikkeling bij de min
der bevoorregte klasse van ingezetenen nu
reeds na zich slepen, dan achten wij ons in
gemoede verpligt uwe vergadering aan te
raden, hare zorgen in de eerste plaats te
wijden aan datgene, wat kennis en verlich
ting bij dezen, zoo talrijk vertegenwoordig-
4