Wissenkerke in rep en roer, 1747-1749
J. van Haver
De Oostenrijkse successieoorlog ontstond
toen Maria Theresia in 1740 keizerin was
geworden van de Oostenrijkse erflanden.
De Zuidelijke Nederlanden maakten deel
uit van dit gebied. De Franse koning Lode-
wijk XV had zijn oog op dit gebied laten
vallen. De Republiek der Zeven Verenigde
Nederlanden steunde Maria Theresia
omdat zij de handelsconcurrentie van Oos
tende met de Republiek had opgeheven.
Toen de Oostenrijkse en Engelse troepen
zich hadden teruggetrokken uit Staats-
Vlaanderen kreeg Gilles, raadspensionaris
van de Republiek, op 17 april 1747 het
bericht dat de Franse troepen niet langer
het grondgebied van ons land zouden ont
zien. Nog dezelfde dag vielen 20.000 man
Franse troepen Staats-Vlaanderen binnen,
en veroverden onder leiding van Löwentahl
de ene na de andere plaats: Sas van Gent,
Sluis, IJzendijke, Hulst. Door de bezetting
van Staats-Vlaanderen wilde hij de Repu
bliek onder druk zetten om de alliantie met
Oostenrijk en Engeland te verbreken. Vre
desbesprekingen in Breda waren helemaal
vastgelopen. De Franse oorlogsdreiging
bracht grote onrust in de rest van Zeeland
teweeg. De Staten van Zeeland stelden oor
logsschepen beschikbaar om langs de kust
van Zeeland te patrouilleren en verdachte
schepen aan te houden en te inspecteren.
Ondertussen trof het Franse leger voorbe
reidingen voor een invasie op Walcheren en
Zuid-Beveland. Om dit te verhinderen
namen ook Engelse oorlogsschepen deel
aan patrouilles op de Zeeuwse wateren. De
spanning onder de bevolking liep soms
hoog op; men wantrouwde de regering en
er ontstond een golf van Oranjegezindheid.
Zo sloeg op 14 april 1747 in Middelburg de
vlam in de pan. Een woedende menigte
bestormde het huis van burgemeester Coc-
quelle. In allerijl werden troepen vanuit
Vlissingen en Veere naar Middelburg
gestuurd om de orde herstellen.
Ook in Zierikzee kwam het tot onlusten.
Hier werd het stadhuis bezet en de klokken
geluid. Later richtte een menigte volk grote
vernielingen aan in het stadhuis. De eis
dat Willem Karei Hendrik Friso, prins van
Oranje Nassau, tot stadhouder zou worden
uitgeroepen werd steeds luider. De bevol
king van Middelburg trok naar de Abdij en
eiste van de Staten van Zeeland dat de
prins van Oranje tot stadhouder zou wor
den uitgeroepen. In Vlissingen en Veere
werd dit voorbeeld gevolgd. In Veere rukte
de schutterij op naar het huis van de bur
gemeester. In Zierikzee ontstond commotie
toen men het uitroepen van de prins tot
Stadhouder met saluutschoten wilde vie
ren, maar men de kruitkisten leeg aantrof.
Verraad, dacht het volk, en plunderde hui
zen van regenten. In navolging van Zierik
zee wilde men in Sint Annaland en stad
Tholen eveneens de kruitkisten op het
gemeentehuis controleren. Dominee Thi-
baut wist de bevolking te bewegen om naar
huis terug te keren en het dagelijks leven
weer op te pakken, maar het bleef onrustig
in deze plaats totdat er troepen uit Bergen
op Zoom werden gestuurd die de rust en
orde weer herstelden.
Op 1 mei 1747 aanvaardde de prins het
ambt van stadhouder en arriveerde op 19
mei in Veere en de daarop volgende dag
legde hij in Middelburg de eed af als stad
houder van Zeeland. Daarna bezocht de
stadhouder Zierikzee. De gebeurtenissen in
Zeeland hadden ook hun uitwerking op de
rest van de Republiek en de Staten stelden
later in mei de prins aan als stadhouder.
Op 17 oktober 1748 werd de Vrede van
Aken getekend en trokken de Franse troe
pen zich weer terug uit Staats-Vlaanderen.
Wat gebeurde er in deze periode in het
afgelegen en rustige dorp Wissenkerke op
Noord-Beveland? In het onderstaande
wordt in kroniekvorm de besluitvorming
van schout en schepenen in de crisisjaren
1747-1749 gevolgd.
11