Mededelingen vanuit het Museum drs. G.R. Heerebout directeur Deze zomer is de voorwerpenlijst gereed gekomen bij de verhaallijn, zoals deze in het vernieuwde museum gepresenteerd zal worden. Het museum heeft heel erg veel voorwerpen en dat betekent dat er een keuze gemaakt moet worden welke voor werpen het beste gebruikt kunnen worden om het verhaal te ondersteunen. Daar naast constateren we ook dat we van bepaalde onderwerpen maar weinig aan trekkelijke voorwerpen hebben. Het is dus zaak op zoek te gaan naar passende voor werpen bij andere musea en te vragen of we die in bruikleen mogen nemen. De geselecteerde voorwerpen moeten natuurlijk in perfecte conditie zijn en heel wat voorwerpen zijn dat niet. Voor elk voorwerp zal dus een restauratieplan opge steld moeten worden en er zal overleg nodig zijn met een gespecialiseerde restau rateur. Restaureren kost veel geld en dus moeten er ook subsidies aangevraagd wor den. Er zijn voorwerpen in bezit van het museum, die niet in de vaste presentatie opgenomen zullen worden en waarvan het ook vrijwel zeker is dat ze nooit in wissel exposities getoond zullen worden. Veel van deze voorwerpen zullen in andere musea beter tot hun recht komen en zullen dus afgestoten gaan worden. Afhankelijk van de situatie zal dit zijn langdurig bruikleen, ruiling, schenking of verkoop. Dit ontzame- len moet zorgvuldig gebeuren, in overeen stemming met de ethische richtlijnen van de Nederlandse Museumvereniging. Ontza- melen is, omdat veel instellingen aange schreven moeten worden, ook erg arbeids intensief werk. Uiteindelijk zullen er voorwerpen overblij ven die niet in de vaste presentatie komen en die ook niet ontzameld zullen worden, omdat ze voor de geschiedenis van de Beve- landen te belangrijk zijn. Deze voorwerpen worden, zoals dat bij musea gebruikelijk is, in het depot geplaatst. Ze zijn dan beschik baar voor wisselexposities, voor weten schappelijk onderzoek of om als bruikleen te dienen. Er is één probleem. In het nieuwe museum is geen depot voorzien. De zolders worden veranderd in dienstruimten (kantoor, werkplaats). Los daarvan is opbergen op een zolder nooit goed (slecht klimaat, te grote belasting voor het gebouw). Er zal dus gezocht moeten wor den naar een goede depotruimte. Niet alleen het museum moet heringericht wor den, maar ook het toekomstige depot. Tenslotte, waar zo veel in en met de collec tie gewerkt moet worden de komende tijd, is het van belang te weten wat er allemaal is, in welke conditie de voorwerpen zijn, hoeveel ze waard zijn (verzekering!) en waar ze te vinden zijn. Kortom, goed collec tiebeheer, met digitalisering van het bestand, inclusief digitale foto. Dit is een gigantisch werk en zal vele manjaren kos ten. Het is duidelijk dat de beperkte staf van het museum dit niet allemaal zelf en tege lijk kan doen. Veel musea hebben daarom een kring van actieve vrijwilligers die bij veel werkzaamheden belangrijk werk ver richten. Ook wij hebben gelukkig vrijwilli gers. Maar we zouden er graag meer heb ben. Als u denkt dat dit wat voor u is, kunt u contact met het Historisch Museum De Bevelanden zoeken: 0113-228883. 24

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2003 | | pagina 26