De Geerteskerk te Kloetinge te boek gesteld Ad Beenhakker Op zaterdag 23 augustus 2003 was het een drukte van belang in de Geerteskerk van Kloetinge. Zulke volle kerkbanken zie je tegenwoordig niet vaak meer. Wat was er aan de hand? De presentatie van het boek van G.J. Lepoeter: 'De Geerteskerk te Kloe tinge, ijkpunt in de dorpsgemeenschap', uit gegeven door de Heemkundige Kring De Bevelanden in samenwerking met de Samen op Weg-Gemeente 'Rond de Geer teskerk'. Dat het om een boek van klasse gaat, blijkt al uit het feit dat het is uitgege ven met steun van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap pen, de Maurits van Kattendijke Stichting, de Vicariestichting De Vijf Capellarijen Ambachtsheerlijkheid Kloetinge en de in het dorp zo vast verankerde familie Lens hoek. Ger Lepoeter heeft een reputatie als kerk historicus, niet alleen door zijn magistrale boek over de kerk van Kapelle, maar ook door zijn vele artikelen, onder andere in het Bulletin van de Stichting Oude Zeeuwse Kerken. Hij was dan ook de aan gewezen persoon om over de Kloetingse kerk te schrijven. Het is dan ook een echt Lepoeter-boek geworden, vooral in de hoofdstukken over de oriëntatie van de kerk, de toren en de klokken. Als hij over de symboliek van de middeleeuwse kerk bouw mag schrijven is hij in zijn element. Ook de zorgvuldigheid waarmee hij zijn bronnen heeft onderzocht en zijn materiaal heeft gerangschikt, zijn typerend voor de auteur. Het is een heel overzichtelijk boek. Bij een Kloetingenaar zoals ik, die het boek over de Kapelse kerk van a tot z heeft gele zen, waren de verwachtingen natuurlijk hoog gespannen. Het eerste wat opviel bij de presentatie was dan ook de omvang van het boek: 96 bladzijden tegenover 504 voor Kapelle. Is dat nou alles? Ja, dat is alles, maar het is veel. Kloetinge heeft namelijk een heel ander type boek gekregen dan Kapelle. Geen wijdlopige beschouwingen waarbij alle aspecten van de kerk en zijn geschiedenis in ruimer verband zijn geplaatst, maar een naslagwerk, waarin zoveel mogelijk informatie in zo beknopt mogelijke vorm is weergegeven. Het boek is dus bijzonder rijk aan wetenswaardighe den. Zowel qua opzet als qua vormgeving doet het denken aan de boeken van Jan de Ruiter over de dorpen van de gemeente Borsele: opmaak in drie kolommen, korte hoofdstukken, veel illustraties, veel kader teksten. In feite komen vier onderwerpen aan de orde: het ontstaan van het dorp en de kerk, de architectuur en de inrichting van het kerkgebouw, het beheer van de kerk en de kerkelijke goederen, en de per sonen. Wat dat laatste betreft is aandacht besteed aan alle predikanten (30 sinds 1586) en alle organisten (12 sinds 1787). Een bijzonder aspect, waaraan de schrijver terecht veel aandacht besteedt, is de nauwe relatie tussen de kerk en de Ambachtsheerlijkheid en daarmee samen hangend de nog altijd actieve rol van de uit de Middeleeuwen daterende Vicariestich ting De Vijf Capellarijen, de enige nog bestaande vicarie in Zeeland. De hele tekst getuigt van uitgebreid bron nenonderzoek: het literatuuroverzicht telt 64 titels. We kunnen dus wel zeggen dat alles wat we momenteel over de kerk van Kloetinge weten in dit boek wordt behan deld. De opzet van het boek als naslagwerk brengt wel met zich mee dat bepaalde inte ressante dingen geen aandacht krijgen, zoals het merkwaardige verschijnsel, dat Kloetinge het enige middeleeuwse dorp van Zuid-Beveland is dat niet op een kreekrug ligt, zoals duidelijk blijkt uit een in het boek opgenomen kaart. Soms ook worden bepaalde dingen altijd weer klakkeloos overgeschreven. Zo is het uiterst onwaar schijnlijk, dat het wapenbeeld van Kloe tinge, de drie lelies, verband zou houden met het feit, dat de Van Borselens, Heren van Kloetinge, verwant waren met de Bourgondische vorsten. Het geslacht Van Borselen heeft zich nooit van lelies bediend. In de Chronyk van Smallegange 31

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2003 | | pagina 33