voor een 't' wordt aangezien, kan deze
inschrijving ook betrekking hebben op een
Willem Wisse, maar die kan qua leeftijd
moeilijk de latere pastoor Willem Wisse uit
's-Heer Arendskerke zijn. Leuven lijkt
waarschijnlijker, te meer omdat er een con
nectie met Leuven bestond. De pastoor
legateerde aan zijn nicht Marie Rogiers
dochter, die in het klooster 's Hertogendale
bij Leuven vertoefde, een bedrag van vier
ponden grooten Vlaams om jaarlijks zijn
jaargetijde te celebreren. Als zij dit niet
wilde aannemen moest dit geld gedeeld
worden tussen de kanunniken en kapelaans
van Sint Pieter te Leuven voor zijn jaarge
tijde. Aan het altaar van Onze Vrouwe te
Leuven legateerde hij tien stuivers. Dat zou
hij toch niet gedaan hebben als hij zich niet
op een of andere wijze verbonden voelde
met die stad? De aantekening 'de Ziericzee',
kan mogelijk betekenen dat hij daar aan de
Latijnse school gestudeerd heeft.
Dat een generatie later een 'Rogerus Wisso-
nis de Lovanio' ingeschreven werd aan de
Universiteit van Leuven is moeilijk te ver
klaren. Dit was op 29 december 1500. De
enige Rogier Wisse die wij kennen was
Willem's broer, die in 1480 pastoor te
Wissekerke (Zuid-Beveland) was en in 1487
pastoor van 's-Heer Arendskerke werd. Het
lijkt onwaarschijnlijk dat deze Rogier zich
vele jaren na die aanstellingen zou hebben
laten inschrijven als student te Leuven.
De naam Rogier komt in Zeeland in die tijd
weinig voor. In de rentmeestersrekeningen
Bewesterschelde van de Grafelijkheid van
Zeeland uit de periode van 1493 tot 1533
vinden we dat Jan Rogiers en zijn zoon
Cornelis Jan Rogiers een ambachtsportie
bezitten in Duvenee. Duvenee lag ten oos
ten van Yerseke wat nu het verdronken
land van Zuid-Beveland is. Het zal geen
toeval zijn dat Willem Wisse en zijn broer
Rogier ook land in Duvenee bezeten heb
ben. Willem heeft dit land aan zijn pete
kind Govaert Cornelis Govaerts zoon
geschonken. Govaert heeft daar overigens
niet lang van kunnen profiteren, want het
bewuste land is bij de stormvloeden van
1530 en 1532 verloren gegaan.9'
Er waren nog andere banden met Duvenee.
Zijn zuster Margriete Wisse Rogiers was
getrouwd met Govaert Jans van Duvenee,
de zoon van Jan van Duvenee en Anna van
Cats. Govaert bezat ruim 29 gemeten
ambacht in Duvenee 'in den Zeldijck' dat hij
verkregen had door de dood van zijn broer
Cornelis. Zijn zoon Lauris Govaertsz (van
Duvenee) werd in 1505 geïnstalleerd als
kapelaan in 's Heer Arendskerke en is daar
in 1521 overleden. Zijn grafsteen met zijn
wapen is naast die van Willem Wisse onder
de toren ingemetseld. De naam Godevaerd
komt al in de 14e eeuw voor in Duvenee.
Van 1483 tot zijn dood in 1490 was een
Pieter Wisse pastoor in de parochie Duve
nee. Dit alles suggereert dat het voorge
slacht van Willem Wisse uit het verdron
ken land afkomstig was, maar dit te
bewijzen is een andere zaak.
Twee, waarschijnlijk oudere broers van
Willem Wisse met name Hugo en Pieter,
hebben de bij- of familienaam 'van Campe'
gebruikt. Abelmann heeft in zijn beschrij
ving van de grafzerken in de grote kerk van
Goes erop gewezen dat in Goes twee fami
lies met de naam (van) Campen gewoond
hebben en noemt o.a. Cornelis Janss van
Campe, die overleden is op 22.11.1545. Op
zijn grafsteen in de Maria Magdalenakerk
te Goes staat een wildeman die een schild
met een druiventros vasthoudt.10' Die drui
ventros staat ook op een schildje op de zerk
van de Goesse rekenmeester Cornelis Mat-
thijsz die in november 1604 overleed en een
zoon was van Cornelis Matthijsz en Isa-
bauwe van Campe. Er zijn aanwijzingen
dat deze Goesse van Campe's afstammen
van Pieter Wisse van Campe, de broer van
pastoor Willem.
De legaten
Uit het testament van Willem Wisse blijkt
dat hij niet minder dan zes broers en twee
zuster heeft gehad. Hiervan zullen alleen
zijn jongere broer Cornelis en mogelijk zijn
zusters hem overleefd hebben, vandaar dat
hij met kwistige hand legaten rondgestrooid
heeft aan kerkelijke instellingen en aan
neefjes en nichtjes die dit naar zijn mening
verdiend hadden. Het is een lange lijst:
18