Afb. 2. Arbeiders uit de Wilhelminapolder voor de hoeve 'Goenje'. De tweede van links is Piet Molhoek. (Collectie T. Keukelaar). f. 114,95 ingetekend. Als de rekening over het eerste jaar wordt opgemaakt blijken de ontvangsten f. 174,98 te bedragen, er is f. 79,75 uitgegeven, dus er is een 'goed slot' van f. 95,23. Gewoonlijk overlijden er op Wilhelmina- dorp vijf a zes mensen per jaar. In 1910 zijn er echter elf personen 'van de prilste jeugd tot hoogen ouderdom uit ons midden weggemaaid door den dood', zoals secretaris De Vriend opmerkt in de jaar vergadering. Daardoor is er voor het eerst een tekort: f. 33,90. Er is nog f. 98,23 in kas. De vereniging was in eerste instantie opge richt voor een periode van vier jaar. Omdat hij duidelijk in een behoefte voorziet besluit men eind 1911 om nogmaals voor vier jaar door te gaan. Het is wel van belang dat er meer betalende leden komen. Daarbij wordt in de eerste plaats in de richting van De Wilhelminapolder geke ken: naast de bijdrage van de directie zul len ook de arbeiders zelf een bijdrage moe ten gaan betalen. Door secretaris De Vriend wordt aangetoond:dat de Maatschappij door haar bijdrage van de 4 jaren samen nog niet eens heeft betaald wat voor het laatst verlopen jaar noodig naar vermogen op de schouders der leden rusten en men verplicht is in de kosten te hel pen bijdragen wil men de vruchten ervan kunnen genieten.' In de loop van 1912 komt er vanuit de leden het verzoek om een lijkdienaar aan te stellen. Voor het vaststellen van de hoogte van zijn loon kijkt het bestuur eerst naar wat in Goes gebruikelijk is. Daar blijkt de lijkdienaar voor een begrafenis derde, tweede en eerste klas respectievelijk f. 8,-, f. 10,- en f. 12,- te krijgen en ook nog f. 2,50 voor het afleggen. Dat kan in Wil- helminadorp wel wat minder vinden de bestuurders: voor het begraven worden de bedragen respectievelijk f. 5,-, f. 7,50 en f. 10,- en voor het afleggen f. 1,-, f. 1,50 en f. 2,50. Voor dat geld moet hij daarnaast alles verzorgen dat met de begrafenis te maken heeft. En, zo legt men vast: hij mag wel minder, maar niet meer in rekening brengen. De heer Weststrate stemt hier mee in en hij wordt de eerste lijkdienaar. Het is de bedoeling dat hij gekleed gaat in een zwart pak, een witte boord, witte das, hoge hoed en dubbele wrongsnoeren, en daarbij ook nog witte handschoenen draagt. De hoed, das, hand schoenen en snoeren zullen door de vereni ging worden aangeschaft. Weststrate blijft slechts korte tijd lijkdie- was, om de kosten der begrafenis van haar arbeiders te voldoen'. De inte kenlijst zal nog een keer rondgaan en de namen van degenen die niet betalen zullen in de vergadering genoemd worden. Immers: 'dat als nu vaststaat dat er eene begrafenis Vereen alhier bestaat, waardoor lusten en lasten 3

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2004 | | pagina 5