naar, door verandering van werk moet hij ermee stoppen. Zijn opvolger is H. van Belois (als regel geschreven en uitgespro ken als 'Bloois'). Die zit eind 1913 nog steeds zonder pak. Door allerlei bestuurs wisselingen is er van de aanschaf niets gekomen. Een jaar later stelt het bestuur voor om de lijkdienaar f. 15,- te geven als tegemoetkoming in de kosten van de kle ding. Dat voorstel wordt door de vergade ring verworpen met zeven tegen acht stem men. Een voorstel om een jaarlijkse subsidie te geven van f. 5,- haalt het wel, met veertien stemmen tegen twee. Eind 1915 geeft Van Belois te kennen dat hij wil stoppen met zijn werk. Hij zal nog wel een tijdje aanblijven zodat er rustig naar een opvolger gezocht kan worden. Het bestuur besluit een oproep te doen aan alle leden beneden de vijftig om zich aan te melden als lijkdienaar. Begin 1917 is er nog geen enkele reactie op de oproep geko men. Van Belois wil er nu zo snel mogelijk mee ophouden: 'aangezien de grote onaan genaamheden die hij dikwijls moest onder vinden nog meer de reden daarvan zouden zijn dan zijn loon'. Toch zijn met een wat hoger loon de 'onaangenaamheden' kenne- Afb. 3. Begrafenis 1927. (Collectie GA Goes). lijk beter te dragen. Voor een toeslag van f. 2,50 per begrafenis derde klas wil Van Belois nog wel een jaar aanblijven. Eind 1917 besluit het bestuur het loon van de lijkdienaar te verhogen tot f. 25,- per jaar, terwijl de familie van de overledene ook nog f. 5,- per keer moet gaan betalen voor een begrafenis derde klas (voor tweede en eerste klas kan meer gevraagd worden). Omdat er nog steeds geen kandi daten zijn zoekt men contact met W. Behage, de lijkdienaar van Goes. In principe wil die het werk wel op zich nemen, maar: 'Na eenige overdenking gaf de heer Behage te kennen dat dat loon zeer licht was. Na eenige bespreking zou de heer Behage het werk willen doen, voor 8 G. derde klas, 12 G. 2 klas en 15 Gulden 1 klas, behoudens 25 Gulden jaarlijks van de vereeniging.' Die kosten vindt het bestuur echter te hoog dus worden er nog maar eens sollicitanten opgeroepen. In december 1919 stelt Van Belois voor om een tafel voor gemeenschappelijk gebruik in het sterfhuis aan te schaffen. Het voor stel wordt aangenomen, en op advies van J. Verhage vraagt men offerte voor een tafel in twee delen, omdat men anders: 'in die kleine huisjes met een tafel van een stuk niet te regt zoude kunnen komen.' Zowel bij gebroeders Oom als bij Vleugel wordt offerte gevraagd. De eersten mogen de tafel maken voor f. 25,-. Voorjaar 1920 kiest de vereniging een nieuwe voorzitter: C.M. Weststrate. Daarnaast wordt er een nieuw reglement vastgesteld. Om de inkomsten te verhogen gaat de con tributie van f. 0,50 naar f. 0,75. Artikel twee van de reglementen luidt in het vervolg: 'Lid is hij die een minimum jaarlijkse bijdrage aan de vereeniging geeft van f. 0,75 tevens zijn zij lid die een wekelijk- schen onderstand genieten van een of andere liefdadigheidsinstelling, welke personen vrij zijn van contri butie betalen.' De verhoging moet ongeveer f. 18.- aan extra inkom sten opleveren. Dat zou er op wij zen dat er tussen de zeventig en tachtig betalende leden zijn. Er is echter een ledenlijst uit 1920 waar de namen van ongeveer honderd en vijftig betalende leden op staan. Het is niet duidelijk waar het verschil aan te wijten is. Ook neemt men het besluit het aantal dragers te ver lagen van tien naar acht want, zegt de heer 4

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2004 | | pagina 6