De doofpot van Wissenkerke?
J. van Haver
Op 24 december 1794 was Johan Hend
rik Holsappel geïnstalleerd als predikant
in de Nederduits Gereformeerde Kerk te
Wissenkerke. Hij was geboren op 31
augustus 1743 te 's-Gravenhage als zoon
van Jan Hendrik Holsappel en Maria
Anna Magdalena Vallat en gedoopt op 3
september in de Nieuwe Kerk te
's-Gravenhage door dominee V. Willeboll.
Doopgetuige was Jan Hendrik Holsappel
(vermoedelijk zijn grootvader). Jan
Hendrik Holsappel begon als kandidaat
in de gemeente van Beuningen (1771 t/m
1778), en stond als predikant in de vol
gende plaatsen: Waarde (1778 t/m 1785),
Ellewoutsdijk (1785 t/m 1789),
Zoutelande (1789 t/m 1793), Zuidzande
(1793 t/m 1794). Tenslotte was hij vanaf
24 december 1794 predikant in
Wissenkerke, waar hij op 1 oktober 1802
op 59-jarige leeftijd overleed.
Op 26 mei 1773 was hij te Vierlingsbeek
in ondertrouw gegaan met Adriana
Margrietha Maas en op 15 juni 1773
trouwde hij in die plaats.
Adriana Margrietha Maas was op 4 juni
1753 te Gorinchem gedoopt en overleed
te Wissenkerke op 30 mei 1829 in de
ouderdom van 76 jaar. Zij was de dochter
van dominee Willem Maas, predikant te
Vierlingsbeek, en Catharina van den
Berge. De broer van Adriana Margrietha
was Johannis Maas, predikant te Grijps-
kerke.
In het oud-archief van Wissenkerke
bevinden zich een drietal belastende
verklaringen over dominee Holsap
pel. Deze verklaringen zijn alle op 16
april 1796 voor schout en schepenen
van de ambachtsheerlijkheid van
Geersdijk en Wissenkerke afgelegd.
1. Cornelia Boot, huisvrouw van Nicolaas
Tollenaar en wonende te Wissenkerke,
legde op die dag een verklaring af met de
klacht dat dominee Johan Hendrik
Holsappel in het jaar 1795 verschillende
keren bij haar aan huis was geweest en
door woord en gebaren te kennen had
gegeven dat hij overspel met haar wilde
plegen. Cornelia zei hem dat zij daar niet
van gediend was en daarom had Holsap
pel haar gevraagd of ze tegen niemand
iets over zijn gedane voorstellen wilde
vertellen. Toen Cornelia hem vroeg of
zijn voorstellen geen zonden waren en of
God dat niet zag, gaf de dominee als ant
woord, dat de natuur boven de leer ging'.
Nadat de schoonmoeder van Cornelia Boot
(die bij hen in huis woonde) was overle
den, kwam dominee Holsappel op huisbe
zoek. Tijdens dat huisbezoek deed hij haar
opnieuw oneerbare voorstellen. Zij gaf
hem ten antwoord, dat zij in geen eeuwig
heid met hem naar bed wilde. Holsappel
gaf te kennen dat als zij zijn voorstel
afwees dit niet in haar voordeel zou zijn.
Omdat de geruchten over de verre
gaande neiging tot wellust en overspel'
van Holsappel bleven toenemen kwam de
dominee enige tijd later opnieuw bij
Cornelia langs. Hij verzocht haar over
het gebeurde te zwijgen. Hijzelf zou dan
het voorgevallene ook laten rusten.
2. Eveneens op 16 april 1796 deed Pieter-
nella Schrier, 26 jaar oud en ongehuwd,
aangifte van een tweetal pogingen tot
verkrachting door dominee Johan
Hendrik Holsappel.
Enige dagen na kerstmis 1794 was de
kort daarvoor in Wissenkerke bevestigde
dominee bij Pieternella op bezoek
geweest. Pieternella Schrier 'was
omtrent 10 jaaren door eene meermalen
in het bijzonder aan het vrouwelijk
geslagt eigene ongesteldheid bedleegerig
is geweest'.
Zij had zonder resultaat al vele dokters
geraadpleegd en diverse medicamenten
gebruikt. De dominee stelde haar tijdens
zijn bezoek voor dat hij haar zou onder
zoeken en van zijn bevindingen een brief
14