Boekindruk
Otto W. Hoogerhuis, Baren op Beveland:
Vruchtbaarheid en zuigelingensterfte in
Goes en omliggende dorpen gedurende de
19e eeuw. Wageningen 2003. ISBN90-
5808-858-8.
Het boek is verkrijgbaar bij de auteur
voor de prijs van 22,50. Telefoon: 0113-
312597 of 0118-631469.
In dit boek doet de schrijver een onder
zoek naar de zuigelingen- en kinder
sterfte in Groot-Goes in de 19e eeuw.
Met Noord en Zuid-Holland kende Zee
land het hoogste sterftecijfer van Neder
land.
Pas na 1870 nam het geboorte- en sterf
tecijfer sterk af, om vanaf 1880 onder het
landelijk gemiddelde te komen. In
getallen uitgedrukt daalde het sterftecij
fer van 41% in de periode 1811-1815
tot 20% op het einde van de 19e eeuw.
Het hoge sterftecijfer in Zeeland werd
vooral veroorzaakt door de hoge zuigelin
gen- en kindersterfte.
De schrijver heeft zich tot taak gesteld
om de oorzaken ervan te achterhalen. Hij
kan hierbij o.a. gebruikmaken van rap
porten geschreven door verontruste
medici uit de 19e eeuw. Aanvankelijk
werd gedacht dat de gesteldheid van de
bodem en de klimatologische omstandig
heden de veroorzakers waren van het
hoge sterftecijfer. Zeeland gold als een
koortsland, waar de anderdaagse koort
sen en een milde vorm van malaria voor
kwamen.
Halverwege de 19e eeuw zocht men de
oorzaak van de hoge zuigelingensterfte
meer in het voedingspatroon. Moeders
stopten te snel met het geven van borst
voeding. Deze werd vervangen door een
ondeugdelijke voeding, bestaande uit
allerlei papjes met beschuit of brood.
Tevens liet de verzorging van kinderen
veel te wensen over.
De moeders moesten noodgedwongen de
voeding en de verzorging aan anderen
overlaten omdat zij, meestal ver van
huis, veldarbeid moesten verrichten. De
overlevingskansen van de jonggeborenen
waren het laagst in Noord- en Zuid-Beve
land, met als trieste recordhouders Wis-
senkerke en Wolphaartsdijk.
De sterftepiek lag in de zomer en nazo
mers. In deze periode werd er weinig
gezoogd. Het plaatsvervangende voedsel
was ongeschikt voor zuigelingen: de
samenstelling deugde niet, het was
bedorven of het bevatte ziektekiemen. In
warme zomers leidde het tot een hoog
sterftecijfer onder de zuigelingen.
De Wolphaartsdijkse vrouwen bij voor
beeld, reageerden hierop met een grote
vruchtbaarheid. In de periode 1840-1870
brachten ze gemiddeld 11,8 kinderen ter
wereld.
Het onderzoek in dit boek is in grote lij
nen gericht op Groot-Goes (de huidige
gemeente Goes). Wolphaartsdijk wordt
aan een gedetailleerd onderzoek onder
worpen, waarbij de gezinssamenstelling
speciale aandacht krijgt.
Het merendeel van de bevolking bestond
uit landarbeiders, het was een gebied
met grote sociale tegenstellingen. In de
dorpen Oostkerke en Oud Sabbinge ston
den de huizen dicht op elkaar en waren
overvol. In warme zomers leidde dat
vaak tot infectieziektes. Welke rol mala
ria speelde is niet vast te stellen.
Conclusie
Het is een demografische studie naar de
vruchtbaarheid en zuigelingensterfte in
Goes en de omliggende dorpen in de 19e
eeuw. Het heeft een schat aan gegevens
opgeleverd. Het is een typisch Wage-
nings proefschrift, gebaseerd op veel
rekenwerk.
Als u het boek vluchtig doorbladert val
len de vele tabellen en grafieken op. Veel
foto's komt u er niet in tegen.
Lezers, met belangstelling in demografie,
zullen vermoedelijk vele aangename en
leerzame uren doorbrengen met dit boek.
Als uw belangstelling meer uitgaat naar
31