aldaar te mogen verblijven, mits sig onder
tussen in stilheid onthoudende van
's Heeren straten ende uit publijcque bijeen
komsten'. Zijn echtgenote overlijdt echter
en wordt buiten de stad begraven.
Een beter lot valt toe aan een andere oud
gediende, de schepen mr. Jacob Leydekker.
Hij promoveert tot Gedeputeerde ter
Rekenkamer van Zeeland. Het vertrouwen
in de zittende Goese Rekenmeester
Bernard Schorer wordt namelijk opgezegd.
Leydekker bedankt 'haar agtbaren offici-
euselijk voor derselver gunst ende deze aan-
sienlijke commissie'.
Op zaterdag 16 februari 1704 wordt Ley
dekker in audiëntie ontvangen om officieel
afscheid te nemen. Het notulenboek ver
meldt: 'Leydekker, na versogte audiëntie
boven gekomen ende op een stoel geplaatst
wesende, heeft haar agtbaren voorgedragen
dat hij, sig tegenwoordig in zijn functie als
Rekenmeester van Zeeland op commissie
van haar agtbaren completelijk siende gein-
stalleerd, het van sijnen indispensabelen
pligt had geagt om haar agtbaren met alle
respect te komen bedanken voor de gunstige
collatie van het voorseide ampt op desselfs
persoon, mitsgaders voor de eer met haar
agtbaren in qualiteit als schepen dus lang
in een vertrouwelijke correspondentie te
hebben mogen regeren'. Burgemeester Wes-
terwijk feliciteert hem namens de vergade
ring 'waarop de heer Leydekker, na haar
edelagtbaren een gelukkige regeringe ende
goede harmonie onder den anderen te heb
ben toegewenst, van haar agtbaren met alle
tekenen van dankbaarheid heeft afscheid
genomen'. In zijn plaats wordt tot schepen
benoemd mr. Johan Leydekker.
Het kerkelijke leven
De Hervormde gemeente wordt gediend
door vier predikanten, te weten ds. Abra
ham Oosterland, ds. Hieronymus Peute
man, ds. Petrus Schermer en ds. Francois
Sohier. Op 20 juli 1704 overlijdt 'de godsa-
lige en welgeleerde ds. Francois Sohier'. Hij
kwam in oktober 1703 uit Aardenburg en
diende de gemeente dus zeer kort. Zijn
opvolger in 1705 is ds. Jacobus Andriessen
uit Colijnsplaat, die weldra gevolgd wordt
door z'n broer ds. Johannes Andriessen uit
Aardenburg in de vacature van de eind
1705 overleden ds. Oosterland.
De kerkenraad bestaat uit acht ouderlin
gen en acht diakenen. Eens per twee jaar
vindt vermaking van de kerkenraad plaats.
In 1704 dienen als ouderling Adriaan van
Beijsselaar, Michiel Boidens, burgemeester
Mattheus Eversdijk, schepen Adriaan
Eversdijk, Blaas Janse, schepen Marinus
Ossewaarde, oud-schepen Marynis Smyte-
gelt en Pieter Sommerzee.
Diakenen zijn molenaar Pieter Amper,
Willem van der Bilt, graankoopman Jasper
Bruijne, Adriaan Eversdijk, Marinus
Gorsse, Guiljaam Leene, Jan Soetebier en
Pieter Wils.
De kerkenraad besluit 'dat van nu voor
taan volgens Synodale resoluties en prac-
tyke van andere kerken een gehele
Sondagl safdeling) uit de Catechismus zal
behandeld worden'.
Er is ongenoegen over het gedrag van de
proponent de Ruyter. Deze neemt de dienst
waar voor de oude, zwakke ds. Peuteman,
die 'doorgaans is laborerende aan een
attacq'. Vooral zijn prediking kan de ker
kenraad niet bekoren. Hij gebruikt uit
drukkingen die hem geenszins passen en
zeer ergerlijk en aanstotelijk zijn. Ds. Peu
teman wordt verzocht of zijn eerwaarde de
proponent De Ruyter 'na dezen niet meer op
de predikstoel zal gelieven te laten komen'.
En verder wordt zijn eerwaarde aangezegd
'geen proponent in het toekomende aan te
stellen om voor zijn eerwaarde de ordinaire
predikdienst waar te nemen zonder commu
nicatie met de consistorie'.
De kerkenraad adviseert ds. Peuteman
dringend 'om rust te gaan genieten' en eme
ritaat aan te vragen. Een delegatie,
bestaande uit ds. Oosterland, burgemees
ter Westerwijk, burgemeester Eversdijk en
Pieter Soetebier, bezoekt tijdens de kerken
raadsvergadering de predikant en brengt
deze boodschap over. Teruggekomen rap
porteren ze dat ds. Peuteman 'van sijn
gemoed niet konde verkrijgen om emeritus
te worden voor en aleer zijn eerwaarde nog
enige andere middelen tot zijn herstelling
hadde gebruikt'.
Bij de Franse of Waalse gemeente is predi
kant monseigneur ds. Johan Farcy (Jean
13