De verdediging stelde dat de wijn en de hammen tijdens de opstand vanuit de schorren waren meegenomen, maar dat de broden en de mosselen in Doel waren inge laden. Pieter gaf toe, dat hij elke week en soms twee maal per week een reis maakte voor Jan Zegers. Hij had echter nooit wijn ingeladen, uitgezonderd een anker wijn uit Lillo en brood en boter uit Doel. Hij had als goed vervoerder de zaken meegenomen zonder te weten dat hij daardoor de accijn zen ontdook. Burgemeesters en schepenen veroordeel den Pieter Guns overeenkomstig de eis van de baljuw en hij moest ook de kosten van het proces betalen. Aangezien Pieter Guns niet kon betalen eiste de baljuw geseling, maar uiteindelijk werd hij veroordeeld tot verbanning voor drie jaar. Bron: RAZE 1575, folio 129/130, 30 juni 1773. Afb. 1. Kaart met een afbeelding van het Fort Keizershoofd, een locatie aan de zuidoostzijde van Zuid-Beveland, die al rond 1600 met naam genoemd wordt. Functie van het fort: beheersing van een langs de kust lopende vaar geul van de Westerschelde en beveiliging van dit deel van Zuid-Beveland tegen vijandelijke invallen. (Verzameling Keetelaar, GA Goes, Polderkaar- ten nr. 23.) 28

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2004 | | pagina 30