Van de twee binnen gekomen antwoorden
werd dat van Otto Verhagen, fabrikant te
Goes, en dr. Salomon Bleekrode, hoogle
raar in de wis- en natuurkunde te Delft,
bekroond. Zij kwamen in hun uitvoerige
verhandeling tot de conclusie dat de oplos
sing van de bedoelde bezwaren in hoofd
zaak gezocht diende te worden in de toe
passing van een werkwijze die grote
overeenkomst zou vertonen met de geschet
ste Franse methode. Het verschil in klima
tologische omstandigheden maakte dat de
in Frankrijk toegepaste vóórdroging door
de zon en de wind hier niet toegepast kon
worden. Tegenover dit bezwaar stelden zij
een oplossing voor, waarbij de voor- en
nadroging gecombineerd werden in één
proces van machinale ventilatie met
warme lucht. Hierbij werden de wortels
direct tot een droogtegraad gebracht, waar
bij ze gezuiverd en gepulveriseerd konden
worden. Van groot belang achtten zij de
vervanging van het oude, schadelijke zui
veringsproces via dorsen en zeven, door een
machinale breking en zuivering met een
daarop volgende pulverisering door middel
van malen in de plaats van het aloude
stampen. De totale bereidingskosten van
een vat meekrap zouden volgens de voorge
stelde werkwijze 15,- a 16,- bedragen,
minder dan de helft van wat er tot dan toe
door de meestoof werd berekend.
De concurrentiestrijd met het Franse pro
duct zou met succes kunnen worden
gevoerd, vooral ook door de sterke beper
king van het verlies aan eindproduct,
waarop het tweede deel van de prijsvraag
betrekking had. De minimalisering van het
verlies werd bereikt door de veel doelmati
ger zuiveringsmethode en doordat minder
groene wortels zouden bederven tengevolge
van de grotere droogcapaciteit van de (te
bouwen) fabriek.18'
Hoewel de bekroning van de verhandeling
van Verhagen en Bleekrode pas in 1851
plaatsvond, hadden beide heren zich duide
lijk geprofileerd. Er werd aan hun kennis
en deskundigheid niet getwijfeld. In 1852
gaven zij hun beschouwingen in druk uit.19'
De tijd rijp voor grote investeringen
Het jaar 1850 luidde ruwweg gesproken de
overgang in tot het moderne Nederlandse
meekrapbedrijf. In dat jaar werd door de
firma Koopman, Zocher en Co een volledige
Franse fabrieksinstallatie naar Haarlem
overgebracht en nog in hetzelfde jaar in
werking gesteld. In 1851 werd onder lei
ding van I. G. J. van den Bosch begonnen
met de bouw van een fabriek te
Wilhelminadorp. Men stond op de drempel
van massaproductie naar één monster.
Terwijl de oude meestoof meestal 2 of 3
vaten van dezelfde samenstelling leverde,
produceerde de fabriek te Wilhelminadorp
reeds in 1853 niet minder dan 150 vaten op
één monster, terwijl het vooruitzicht
bestond dat na enige tijd 500 tot 1000
vaten op dezelfde condities geleverd kon
den worden.
Meekrapfabricage werd grootbedrijf. Voor
Goes en omgeving begon met de bouw van
fabrieken waarin stoomwerktuigen
gebruikt gingen worden, de industriële
revolutie. Dit kwam uiteraard tot uitdruk
king in de behoefte aan kapitaal. De opzet
van fabrieken zoals men die voor ogen had,
vergde een investering van enkele hon
derdduizenden guldens en dat waren aan
zienlijke bedragen. De risico's waren nave
nant en de verantwoordelijkheid die de
ondernemers op zich namen was groot.
Toch was het vertrouwen van dien aard dat
er financiers te vinden waren.20'
De Maatschappij van verbeterde
meekrapbereiding opgericht
Op 10 mei 1852 werd voor notaris P. van
der Graft te Middelburg de N. V. Maat
schappij van verbeterde meekrapbereiding
in Zeeland opgericht. De maatschappij
werd gevestigd te Goes. De algemene raad
van de maatschappij bestond uit Otto
Verhagen, lid van Provinciale Staten van
Zeeland en fabrikant, Johannes Fransen
van de Putte, lid van Provinciale Staten
van Zeeland en kassier te Goes, dr. Salo
mon Bleekrode, hoogleraar in de wis- en
natuurkunde aan de Koninklijke Akade-
mie te Delft, Philippus van den Broecke,
Rijksadvocaat in de provincie Zeeland te
Middelburg, Cornelis Pilaar, oud-contro
leur bij het Kadaster en koopman te Goes,
jhr. Pieter Damas van Citters, lid van
9