De bevrijding van Wissenkerke en Kamperland Soms vertellen mensen in brieven over de historische gebeurtenissen die zij hebben meege maakt. Als na een overlijden de erfgenamen zich over de nalatenschap ontfermen, kunnen dergelijke brieven weer te voorschijn komen. Zo komt onderstaand verhaal uit een brief geschreven aan het einde van de Tweede Wereld oorlog. De schrijfster, een toen ongeveer 29-jarige vrouw, verbleef in 1944 tijdelijk op een boerderij in Wissenkerke. Aan haar broer en zijn gezin op het geïnundeerde Schouwen-Duive- land vertelt zij over de bevrijding van het dorp Wissenkerke. De schrijfster had er geen bezwaar tegen dat haar verhaal hier gepubliceerd zou worden. Haar naam maakte zij echter liever niet bekend. Impressies van een ooggetuige 'uit 1944' Dinsdag 1 november is het een beetje span nende dag, want er is bericht gekomen dat de Canadezen met hun tanks in Wolphaartsdijk klaar staan om over te komen naar Kortgene. Velen zijn nieuws gierig en pakken de fiets om daar te gaan kijken, maar de meesten blijven toch thuis. Het landwerk ligt stil en zoodoende zit hier de heele familie 's middags gezellig thee te drinken, behalve ik zelf, want ik ben nog een poosje naar bed gegaan (herstellende van een geelzucht) en lig naar de fietsen te kijken, die ik in de verte over de straatweg naar Geersdijk zie rijden. Ineens zie ik iets dat vlugger rijdt dan de fietsen. Het lijkt wel een auto, dan zie ik er nog een en nog eenHet dringt plotseling tot me door, dat zijn de Canadezen. Ik geef een paar schreeuwen en daar komen ze allemaal het kamertje binnen gevlogen. Intusschen waren de tanks bijna bij het dorp en moes ten we ergens op gaan staan om ze over de haag heen te kunnen zien. De tanks zijn het dorp doorgereden en een eindje daarbuiten blijven staan. Er waren weinig militairen bij. Ze hebben zich hier op het eind van de dijk opgesteld en velen gin gen er kijken. Maar er werd al spoedig ver zocht of de menschen zich wilden verwijde ren, want het trok teveel aandacht van de vijand als er een groote groep stond. Later reden er particuliere auto's van Noord- Beveland en die brachten andere Canade zen op hun post. Wissenkerke was dus bevrijd zonder dat er een schot gelost was. Tegen de avond kwamen leden van de Ondergrondse met geweer op de schouder om weggekropen Duitsers op te sporen en krijgsgevangenen weg te brengen. 's Avonds brandden de Canadezen aan de dijk een kampvuurtje en daar het nogal rustig was zijn we maar naar bed gegaan. Woensdag 2 november is er 's nachts af en toe geschoten, maar we voelden ons nogal veilig achter de dijk en zijn maar blijven liggen, 's Morgens begonnen ze de aanval op Kamperland, waar nogal wat Duitsers zaten. De tanks zijn tot dicht bij Kamper land doorgereden en hebben een paar waar schuwende schoten gelost, maar de Duit sers wilden zich niet overgeven. Na een half uur werden de Canadezen het wachten moe en hebben een schuur, waar Duitsers inzaten, in brand geschoten. Toen wilden ze wel hun handen in de hoogte steken en weldra hoorden we zeggen dat Kamperland was overgegeven en spoedig daarop zagen we troepjes krijgsgevangenen over de dijk marcheren. Het was zulk mooi weer dat we bij Bak naar de dijk zijn gegaan. Enkelen gingen op het eind van de dijk naar de krijgsgevangenen kijken. Ineens hoorde ik een doffe klap, er floot wat door de lucht en met een knal sprong het dichtbij uit elkaar. Ik ben toen maar naar huis gegaan want er vlogen steeds meer van die dingen. De anderen zaten intusschen bij de Canadezen aan de dijk en hadden een cigarette gekre gen. Toen die dingen gingen vliegen zeiden de Canadezen dat ze weg moesten gaan. Jacob Bak had nog gevraagd waar die kogels vandaan kwamen, maar dat wisten ze ook niet. Ze zijn toen onder langs de dijk naar huis gekomen en telkens als ze wat hoorden fluiten hadden ze zich tegen de 23

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2005 | | pagina 25