Evacuatie in de oorlogsjaren
A.J. de Smit
Tijdens de dorpswandeling in Nieuwdorp
in 2002 onder de bezielende leiding van de
heer J. de Ruiter vertelde ik aan enige
medewandelaars iets over mijn herinnerin
gen aan de oorlogsjaren 1940-1945 in 's-
Heerenhoek en Nieuwdorp. Daarna speel
den de herinneringen nog langer na in mijn
hoofd en het resulteerde in het volgende
verhaaltje.
Wij woonden in Vlissingen maar waren
genoodzaakt te evacueren naar ons tijdelijk
adres Schippersweg (Keiweg) onder Nieuw
dorp. Het was voor mij een nieuwe en
vreemde wereld. Alle kinderen liepen op
klompen en aangezien er gebrek aan schoe
nen was, moesten wij ook klompen dragen.
Elke dag van Nieuwdorp naar de RK school
in 's-Heerenhoek. Dat was 3.5 km heen en
ook weer terug over macadamweggetjes.
Voor een jongetje uit de stad was dat veel,
te veel want de klompen bezeerden mijn
voeten. Ik moest naar dokter Gelderblom
aan de Havenweg in Nieuwdorp voor ver
zorging van mijn open geschopte enkels,
die door vitaminegebrek aan het zweren
waren. In de wachtkamer was een wijkzus
ter die de wonden verzorgde en nieuw ver
band aanbracht. Iedere dag moest ik terug
komen bij de zuster. Maar op een morgen
moest ik mijn enkels maar eens aan de
dokter laten zien, zei de zuster. Ik moest
nu op mijn beurt wachten tussen de andere
patiënten. Na verloop van tijd was ik aan
de beurt. De dokter zei: 'dat ziet er niet
mooi uit'! Ik moest op de grond gaan liggen
en de dokter pakte uit een glazen kast een
klein soort lepeltje, zette een stoel over mij
heen, ging daarop zitten, pakte mijn been
en schepte met dat lepeltje de pus en onge
rechtigheden uit mijn enkel. Ik schreeuwde
het uit van pijn en kronkelde onder de
stoel want ik kon geen kant meer op. Dit
alles ging in oorlogstijd zonder verdoving.
De zuster verbond de wonden en ik ging
weer op weg naar school. Het viel niet mee
omdat ik geregeld tegen mijn enkel
schopte.
Tijdens de schoolvakantie moesten wij
'tarwe rapen', dat waren tarwe aren die bij
het oogsten gemorst waren. Wij mochten ze
hebben. Ze werden door vader gedorsen en
de tarwe werd in een zakje bij de molenaar
afgegeven om gemalen te worden. Van het
meel bakte moeder brood of ze maakte er
blompap van. Erg lekker vond ik het niet!
Als je op het land liep waar de tarwe afge
maaid was, stonden er van die harde stro
stoppels van de graanhalmen die precies
tegen mijn zieke enkel staken. Ook al geen
pretje.
Omdat wij veel moesten lopen en vooral
over macadamwegen sleten de klompzolen
snel. Om dit euvel te verhelpen gingen we
i
Afb. 1. Nieuwdorp met NH kerk en dorps
school.
naar de timmerman, die woonde aan de
Havenweg in Nieuwdorp, die houten zolen
onder de klompen lijmde zodat we er weer
even tegenaan konden. Voor nieuwe klom
pen was een vergunning nodig en die had
den wij niet.
Het bleef wennen en aanpassen voor een
jongetje uit de stad. Zo vertelde ik op
school dat ik kiespijn, 'kiespiene' had.
Maar in 's-Heerenhoek sprak men van
tandpijn, 'tandpiene' en prompt kreeg ik de
bijnaam 'kiespiene'. Weer moest ik naar de
huisarts, dokter Gelderblom en weer zon
der verdoving werd mijn kies getrokken
omdat ik er zo'n pijn aan had.
25