ciale Staten nieuwe stijl. Het hoofdkiesdis trict Goes kreeg de beschikking over 11 van de 42 zetels. Al was het in de herstem ming, Otto Verhagen bezette één van de Goese zetels. Ook bij de volgende verkiezingen in 1853 was hij van de partij. Hij trok zich toen tussentijds terug en verzocht de kiezers hun stem uit te brengen op zijn medekan didaat R.B. van den Bosch, die dezelfde politieke beginselen was toegedaan. Hij verklaarde zijn afhaken als volgt: 'Mijne burgerlijke betrekking van dien aard zijnde, dat ik zonder groote opofferingen voor het tegenwoordige, bezwaarlijk aan de verpligtingen zoude kunnen voldoen, welke in mijn oog aan het lidmaatschap der sta ten van Zeeland zijn verbonden, zoo zoude ik bij eene benoeming mij verpligt zien, daarvoor te moeten bedanken.'2' Op 24 mei 1859 werd Otto Verhagen, ook nu weer in de herstemming, opnieuw als lid van Provinciale Staten gekozen. Hij bleef tot zijn overlijden in 1870 deel uitma ken van het college.3' Brancheorganisaties Een belangrijke landelijke organisatie was de 'Nederlandsche Maatschappij ter bevor dering der Nijverheid' te Haarlem. Otto Verhagen was er nauw bij betrokken. Regelmatig bezocht hij, al dan niet als afgevaardigde van de afdeling Goes, con gressen en tentoonstellingen in Haarlem. In 1851 werd zijn verhandeling over de modernisering van de meekrapbereiding, die hij samen met dr. Salomon Bleekrode had opgesteld, door de maatschappij bekroond. Van de afdeling Goes was hij 'een wakker secretaris. Deze laatste betrek king bekleedde Verhagen gedurende meer dan 25 jaren, en het is voornamelijk aan zijne pogingen, dat men het voortdurend bestaan der af deeling te danken heeft.4' Een andere organisatie was de 'Vereeni- ging ter bevordering van Fabriek- en Handwerksnijverheid in Nederland' te 's-Gravenhage. Op een aantal plaatsen in het land waren afdelingen van deze vereni ging, echter niet in Goes. In de naamlijst der leden over 1861 lezen we: 'Goes, buiten gewoon lid O. Verhagen, zoutzieder, enz.'. Het valt op dat, ondanks het feit dat de zoutziederij al in 1852 stil was komen te liggen, hier het beroep van zoutzieder nog werd vermeld.5' Trouwens, een aantal jaren eerder was hij reeds nauw bij deze vereniging betrokken. Zo lezen we in de Goessche Courant van 29 augustus 1853: 'Men schrijft uit Leeuwar den van den 25 Augustus: Gisteren opende de Heer O. Verhagen van Goes, als presi dent, met eene toepasselijke aanspraak de vereeniging ter bevordering van fabrijken en handwerknijverheid in Nederland. Wij uiten den wensch, in staat gesteld te worden de openingsrede welke door de Grondwet zoo allezins als toepasselijk wordt aangeprezen nader bekend te maken.' Afb. 2. Een bescheiden kijkje achter de schermen van het privé leven van het gezin Verhagen. Op 18 oktober 1852 werd zoon Otto geboren. Deze foto toont ons de baker (kraamverzorgster) Jacoba Gazille-van Strien (1802-1880), die gedurende vijf weken met de zorg voor moeder en kind belast was. (Collectie GA Goes.) 3

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2005 | | pagina 5