Boekindruk Kwadendamme dorp aan de Quadendam. Auteur: J. de Ruiter. Uitgegeven, in opdracht van het Gemeentebestuur van Borsele, door de Koperen Tuin in 2005. ISBN 90-76815-19-0. Het boek is verkrijg baar bij de gemeente Borsele en bij de boek handel, voor de prijs van 19,50. Waar en wanneer begint de geschiedenis van het dorp Kwadendamme? Is het met de inpoldering van de Oude Vreelandpolder in 1323. Of is het met het in de golven ver dwijnen van het dorp Oostende in 1521? De oudste vermelding stamt uit 1572, toen het dorp bezocht werd door plunderende geuzen. Pas na 1801 nam het aantal inwo ners behoorlijk toe. De bouw van de R.K. kerk oefende een aanzuigende werking uit op katholieken uit de omgeving. Omdat de zuidwestelijke zeedijk van de Oud Vreelandpolder bedreigd werd, legde men een inlaagdijk aan (de huidige A. de Koningstraat). Het is deze dijk die de naam 'quadendam' kreeg, vanwege het feit dat deze dijk een doorbraak niet wist te voor komen. De herkomst van de naam van het latere dorp hebben we nu. De schrijver vermeldt vele polders met onder andere de verklaring van de polder namen. Mijn aandacht werd getrokken door de Kaneelpolder (1439). Wie had dat kunnen denken: een tropisch product in een Zeeuwse polder. Misschien kunt u mijn teleurstelling begrijpen dat 'kaneel' hier geen tropische verrassing inhield, maar afgeleid bleek van het woord 'kanaal'. De polders rondom Kwadendamme hebben in de loop der eeuwen vele ambachtsheren gekend, onder andere de Heren van Oos tende. Na het uitsterven van deze familie kwamen ze in handen van rijke Vlaamse en Goese kooplieden en ambtenaren. Na 1576 verloren vooral de Vlamingen hun bezittingen aan de Staten van Zeeland. In de zeventiende en achttiende eeuw ver wierven de families Van Baerlandt en Van Renesse grote porties in de ambachtsheer lijkheid Hoedekenskerke. Op 1 juli 1880 vond er een openbare verkoop plaats van de eigendommen en de heerlijke rechten van de ambachtsheren van Hoedekens kerke. De kopers kwamen uit Brussel en zo kwam het ambacht weer terug in Belgische handen. Een hoofdstuk apart vormt de verhouding tussen het grotere, protestantse, dorp Hoe dekenskerke en het kleinere, katholieke, Kwadendamme. Vanuit Hoedekenskerke weigerde het bestuur Kwadendamme 'dorp' te noemen. Ze moesten genoegen nemen met 'buurtschap' of 'gehucht'. In 1900 waren beide dorpen ongeveer even groot, maar Kwadendamme was toen slechts bevorderd tot 'onderafdeling'. Een voortdurende bron van ergernis in Afb. 1. Vreelandsedijk met links de A. de Koningstraat. (Foto uit het boek.) 38

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2005 | | pagina 40