werd door de Duitsers afgevoerd, een ander
deel was voor de voedselvoorziening van de
bevolking. Om dit te kunnen malen werd
via een distributiesysteem gasolie toegewe
zen voor de motor. Deze toewijzing was,
zeker toen de oorlog langer ging duren, niet
meer toereikend.
Ook het niet geregistreerde graan moest
gemalen worden, maar de hiervoor beno
digde gasolie kon niet legaal verkregen
worden. Daar werd echter wat opgevonden.
Bij de Deutz fabriek in Rotterdam werden
kleinere Duitse oorlogsschepen gerepa
reerd. Onder leiding van de eerder
genoemde chefmonteur werd tijdens de
reparaties aan boord clandestien gasolie
afgetapt. Men had een speciale houten kist
gemaakt met een geheime sluiting, welke
aan de onderkant moest worden openge
maakt. Op de bovenkant stond 'voorzichtig
KRUKAS'. Aan elke zijkant stak een stukje
as naar buiten, welke aan de binnenkant
was bevestigd. In de zo verkregen binnen
ruimte paste precies een vat gasolie van
Afb. 4. De molen 'De Haas' enkele dagen na
de ramp.
200 liter. Met een beurtschipper werd de
kist van Rotterdam naar Goes vervoerd.
David was op de hoogte van de geheime
sluiting en het olievat werd dan vervangen
voor twee balen tarwemeel van elk 50 kg.
Met de beurtschipper ging de kist dan weer
van Goes naar Rotterdam. Dit systeem
heeft gewerkt tot begin 1944, het beurt
schip is toen beschoten door Engelse vlieg
tuigen en gezonken.
Afb. 5. Het einde van het molen maalderij-
tijdperk molen 'De Haas'. Leijn Kleinepier
heeft de laatste baal tarwebloem gewogen
en dicht gebonden.
Na de oorlog liep het malen van veevoe
der sterk terug daar de paarden op de
boerderijen werden vervangen door trac
toren. Ook het houden van een varken
voor de slacht nam onder de bevolking
geleidelijk af. Het Zeeuwse tarwebrood
werd populair en het malen van Zeeuwse
tarwe werd een dagtaak. Een broodfa-
13