meer dan drie of somtijds ten hoogste vier. Ze zijn 'daardoor geraakt in grote belemme ring en gans buiten staat om met hun nering een zeer matig bestaan, zelfs slechts met dat van geringe luiden overeenko mende, te erlangen'. Ze vrezen 'een gewisse ruïne van hun nering en bevinden zich der halve in een drukkende noodzakelijkheid om daarom ter bekoming van alle mogelijke redres zich tot het stadsbestuur te wenden en in overweging te nemen de zware en kostbare proeven waaraan ze, om in hun gilde vrij te worden, zijn onderworpen. Mitsgaders de kostbare wijnkels die buiten redres voor hun weduwen of kinderen zeker moeten worden van geen de minste waar- dije'. Ze verzoeken met klem voortaan geen nieuwe apothekerswinkels boven die al in de stad zijn, meer toe te staan. Het stads bestuur besluit het voorstel in te willigen. Bij deze gelegenheid wordt in overweging genomen 'dat de apothekers zelf moeten bekennen dat door hun veelheid en de daar door veroorzaakt wordende geringe neringen, zich hoe langer hoe meer in hun wijnkels bevinden medicijnen die niet zijn van die versheid en dus van die eigenschappen als tot nu van de lijders werd gerequireerd en waarbij vervolgens een iegelijk tot welstand van zijn gezondheid merkelijk is geconcer- neerd'. Daarom wordt besloten dat de apo thekers zich in het vervolg zullen moeten voorzien van goede en verse medicijnen. Met 'gevoelige smerte' verneemt het stadsbe stuur eind 1755 dat de besmettelijke ziekte (veepest) en sterfte onder het rundvee zich weer meer en meer begint te openbaren en in verscheidene districten van het eiland op een jammerlijke wijze toeneemt. Daardoor kan het licht gebeuren dat naast de gezonde ook tegelijk met de ziekte besmette koe beesten en kalveren worden geslacht en aan de ingezetenen verkocht. Besloten wordt dat tot nader order generlei rundvee of kal vers binnen de stad zullen mogen worden geslacht dan nadat ze door de keurmeesters zijn gekeurd. De besmettelijke ziekte blijft tot halverwege 1756 aanhouden. Er is daar door 'een zeer groot getal tot ruïne van velen in verscheidene districten weggerukt, waar door niet alleen gebrek aan vee ontstaat maar waardoor het ook te vrezen is dat vele weilanden tot merkelijke schade en nadeel van de bezitters in de aanstaande zomer onbeheerd en zonder gebruik zullen moeten blijven liggen'. Het stadsbestuur besluit toe te staan dat in april rundvee van onbe smette plaatsen zal worden gehaald, na gekeurd te zijn dat het gezond is en van onbesmette stallen of weiden komt. Openbare werken Het normale onderhoudswerk aan de stadsgebouwen vindt z'n voortgang. Een blik in de stadsrekening van 1755 laat interessante uitgaven zien. Ter illustratie enkele voorbeelden. Aan timmermansbaas Boudewijn Cramer voor levering van hout en daggelden 98, aan smidsbaas Leendert Mus voor nieuw ijzerwerk 100, aan dakdekker Johannes van 't Hoff voor reparatie van schaaljedaken en het leggen van een lap dak op de Franse kerk 64, de smid Jan Cats voor het ver nieuwen van lantaarnen 19, de schilders baas Seger Lemmens voor het schilderen en vergulden van de wijzers van de kerk, het stadhuis en de kaaijtorens 43, de wijnhan del Hoogenhoed voor levering van Spaanse wijn, de boekhandelaar Jacob Huisman voor levering van boeken, papier en pennen voor de griffie 19, juffrouw Maria Soute voor levering van lijnwaad en servetten 20, de weduwe van Crijn Mus voor het maken van datums voor de stadsijkers en het schoon maken van het geweer op het stadhuis 6, Andries Meyer voor het schoonmaken van de stadsriolen 8, Jacob Barbier voor het wieden en schoonmaken van de stadsmark- ten 12, de bierbrouwer Bernardus Rim- mens voor levering van bier ten dienste van de oefening met de brandspuit 2, schil dersbaas Gerard Verheule voor het vergul den van een sonnewijser, Cornelis Peeman voor levering van anderhalve zak zaad om de maten te ijken, de boekhandelaar Fran cois Oversluis voor een advertissement in de couranten mitsgaders geleverde ouwels, Harman Wagenaar en Willem Ribbe wegens het 21 maal de haven te mollen 7, de kopersklager Johannmis van der Weele wegens gedane arbeid aan de brandspuiten 4 en kaarsenmaker Jacob Louwaart voor levering van 52 steenkaarsen. 27

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2005 | | pagina 29