wen onderbrengen en daarbij gebruik maken van afbraakmateriaal 23. Er werden minimale contrastpunten in een ander soort steen aangebracht met name voor de venster bank, de ondersteun voor het boograam en de drempel van de voordeur. Sinds 1818 was er een leidraad voor gemeentebesturen, waarin gewezen werd op het belang van goede schoolvertrekken bij de bouw van nieuwe scholen: de ramen dienden groot en opschuif- baar te zijn. De door hem getekende lichtvensters waren groot en hoog. Er werd voorgesteld een houten vloer in de lokalen aan te brengen. Als meest gunstige ligging van het gebouw werd het oosten voorgesteld. Alle klassen zaten toen nog bij elkaar. Met deze facto ren is hier rekening gehouden. De Lannée tekende een oppervlakte van 20 maal 10,5 ellen2 voor de driehonderd beoogde leerlingen, dus ongeveer 2/3 el2 per kind. Pas in de tweede helft van de negentiende eeuw ging de Staat zich bemoeien met de afmetingen van de loka len en het aantal kinderen per lokaal. De Lannée gaf een aantal uitwijkmogelijkheden bij eventuele realisatie van zijn ontwerp: het portaal kon ook opzij gesteld worden op de plaats van een raam. Ook konden het kolenhok en de gemakken onderling van plaats verwisseld worden. Voorts kon de achter muur van de school, met B. aangegeven, tegen een ander gebouw geplaatst worden, dan wel geïsoleerd blijven. In het eerste geval zou dit ten koste gaan van twee vensters. Tenslotte moet opgemerkt worden dat het ontwerp niet up-to-date was. De halfronde venster beëindiging doet eerder denken aan een project uit de jaren rond 1813. Ook deze tekening bevindt zich in het Goese Gemeen tearchief. Het ontwerp is niet uitgevoerd. 24. Afbeelding van de westzijde van de Beestenmarkt te Goes, tekening zonder naam of jaartal. A.P. Buijs, De Goese Latijnse school, Historisch Jaarboek voor Zuid en Noord-Beveland 1990, p. 28. (De bij noot 25 tot en met 29 vermelde bouwwerken werden meegedeeld door de heer G.J. Lepoeter.) 25. G.J. Lepoeter, Wemeldinge, historie van een dorp tus sen Kerk en Kanaal, Kapelle/Wemeldinge, 2005, p. 116. 26. G.J. Lepoeter, De Geerteskerk te Kloetinge, ijkpunt in de dorpsgemeenschap, Goes, 2003, p. 84. 27. G.J. Lepoeter, Wemeldinge, historie van een dorp tus sen Kerk en Kanaal, Kapelle/Wemeldinge, 2005, p. 63. 28. G. J. Lepoeter, Otto Verhagen (1814-1870), onderne mer te Goes, Spuije 64, p. 12. 29. G.J. Lepoeter, Bouwen in vertrouwen, fragmenten uit anderhalve eeuw geschiedenis van het protestants christelijk lager/basisonderwijs in de Gemeente Goes, Goes, 2005. p. 19. 30. Het was toen in gebruik als magazijn voor fournituren der gevangenen, als wachtkamer van de politie en voor de exercitie van de leden van de schutterij op winter avonden. Het dak moest hersteld worden omdat het doorregende. Tussen 1900 en 1925 werden er ramen geplaatst tussen de bogen aan de Marktzijde. Het ont werp van De Lannée heeft ons tot 1950 de karakteris tieke gevel van Markt 15 nagelaten: nadien is die ver anderd door het aanbrengen van een viertal bogen in plaats van de vroegere drie exemplaren, zowel op de begane grond als op de verdieping. Slechts het dak met de versierde kroonlijst is nu nog herkenbaar. 31. Gemeenteraad Goes 21 november 1853. De opzichter voor de gemeentewegen en -werken Anthonie van Leent had niet de vereiste technische bekwaamheden. Hij werd in 1861 ontslagen en opgevolgd door Jan Sou- tendam. Otto Verhagen, lid van de gemeenteraad, wilde een burgerlijk bouwkundige in plaats van het op ad hoe basis inroepen van de hulp van de ingenieur van Waterstaat. De oprichting van een Hogere Burger school, in een voorlopige behuizing, vergde gedurende het schooljaar 1865-1866 een leraar tekenen. Het gebrek aan een eigen bouwmeester zou nog het beste duidelijk worden door de mislukte aanbesteding van de bouw van de H.B.S. op 1 juli 1865. Men greep terug op de vroegere situatie van een tekenmeester, die tevens plannen, bestekken en begrotingen voor de Openbare Werken van de gemeente kon maken. Dirk de Koning zou zich aandienen en benoemd worden. G.J. Lepoeter, Dirk de Koning (1844-1918), stadsbouw meester te Goes, Spuije 57, p. 9-11. Tijdens een pleidooi voor het opnieuw aanstellen van een stadsbouwmeester, in 1866, noemde Verhagen, die De Lannée goed gekend heeft, hem een deskundig en wetenschappelijk bouwmeester. Mededeling van de heer G.J. Lepoeter. 32. W.S. Unger, Catalogus van de Historisch Topografi sche Atlas van het Zeeuws Genootschap der Weten schappen deel III, nr. 1029, afbeelding van de oude veerboot over het Sloe, schaal 1:50. Tekening gewassen in kleuren, door L. de Lannée de Bétrancourt z.j. (circa 1820) h. 47 cm., br. 65 cm. Catalogus deel II, p. 283, Lannée de Bétrancourt L.P. de, tekenaar Het Slot te Baarland 1840, Met titel onderaan. Steendruk H. J. Backer, naar tekening van L.P. de Lannée de Bétrancourt z.j. h. 8,5 cm., br. 13,7 cm. Uit: Zeeuwsche Volksalmanak 1841, nr. 1369 in Atlas II. Catalogus II, p.174 nr. 1503, Ontwerp verandering en vergroting der R.K. kerk (waarin opgenomen was de voorgevel van het huis Barbistein) te Heinkenszand. Met titel links bovenaan. Copie in kleur eener teke ning, schaal van '1 elle op den duim' (1:100), van L. de Lannée de Bétrancourt, 1834 door J. Kreune, 1927 h. 53 cm., br. 73 cm. Nr. 2250, Het Huis of Hof te Zande, te Kloosterzande. Opstanden en plattegronden in O.I. inkt door L.Ph. de Lannée de Bétrancourt (1856) met titel bovenaan, schaal 1:200. Drie bl., ieder h. 50 cm. en br. 30,4 cm. a. voorfront en pl.grond rez de chaussée, b. Opstanden van West- en Oostzijde, c. Opstand der Zuidzijde en pl.grond der verdieping. 11

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2006 | | pagina 13