De meestoven bij Nieuwdorp
Jan de Ruiter en Adri de Smit
Het verbouwen van meekrap is in het zuid
westelijk kleigebied eeuwenlang een
belangrijke inkomstenbron geweest. Uit
meekrapwortels werd een rode kleurstof
bereid, die vooral gebruikt werd voor het
twee stoven te plaatsen is een kort over
zicht gegeven van belangrijkste gebeurte
nissen en perioden, die bepalend zijn
geweest voor de meekrapcultuur, (zie
kader)
Belangrijke data in de negentiende eeuw, die mede het einde betekenden van de mee
krapcultuur.1'
1828 Uitvinding in Frankrijk van garancine, waarbij de kleurstof uit de wortels d.m.v.
zwavelzuur werd gewonnen. Dit gaf een betere kwaliteit en was veel goedkoper.
1845 Bij KB van 21 januari 1845 worden in Nederland alle strenge bepalingen en voor
schriften m.b.t. de meekrapcultuur opgeheven. Dit opende de weg tot andere fabricage
mogelijkheden.
1850 Rapport van I.G.J. van den Bosch (Directeur Wilhelminapolder) en L.Ph. de Lan-
née de Bétrancourt (Stads bouwmeester van Goes) over mogelijkheden van het berei
den van garancine in Zeeland.
1868 Duitse chemici bereiden aniline verfstoffen uit steenkoolteer, waardoor de dure,
uit meekrap gewonnen rode kleurstof niet meer nodig is.
Belangrijke perioden in de negentiende eeuw, die de hoogte- en dieptepunten en het
einde van de meekrapcultuur bepaalden. 2>
1830-1850 Door de Franse concurrentie dreigt de Nederlandse meekrap van de buiten
landse markten te worden verdrongen. Lage prijzen.
1850-1862 Nabloei, veroorzaakt door de toepassing van andere productieprocessen en
de explosieve vraag naar kleurstoffen uit de Engelse katoenindustrie.
1861-1865 Amerikaanse burgeroorlog. Hierdoor daalde de katoenexport naar Engeland
en inkrimping katoenindustrie en dus een sterk verminderde vraag naar kleurstoffen.
1864-1870 De proeven met de synthetische bereiding van aniline kleurstoffen zijn suc
cesvol.
1872-1876 De prijzen dalen tot onder het niveau der productiekosten. Bracht 50 kg
krap(poeder) in 1860 nog f 30,00 op, in 1876 was dat gedaald tot f 12,00.
1885-1892 Enig herstel van de prijzen, waardoor de illusie ontstond dat er betere jaren
zouden aanbreken.
Noten:
1. G.J. Lepoeter, Otto Verhagen, ondernemer te Goes, De Spuije, nr. 64.
2. P.J. Bouman, Geschiedenis van den Zeeuwschen landbouw in de negentiende en twintigste eeuw en van de Zeeuw-
sche Landbouw-Maatschappij, 1843-1943. Wageningen, 1946, p. 163-164.
verven van textiel. De teelt kende in de
loop van de tijd vele hoogte- en dieptepun
ten.
In de omgeving van Nieuwdorp werden in
de loop van de negentiende eeuw twee
meestoven gebouwd.
Om de stichting en de ondergang van die
De meestoof 'Nederland'
In 1826 besloten twee welgestelde landbou
wers, Bastiaan Willemse Remijn en Willem
Adriaanse Hoondert, voor gezamenlijke
rekening tussen Nieuwdorp en 's-Heeren-
hoek een meestoof te stichten. Gekozen
werd voor een locatie in de West-Kraaijert-
21