Aanwinsten van het Museum Frank de Klerk Het museum heeft in zijn collectie een zeldzame verzameling met gelegenheidsgedichtjes. Hieronder volgen twee kermisliedjes. Het eerste werd gedrukt bij de erven A. de Vos te Zierikzee. Nieuw Lied, of de reis naar Rome, van een getrouwd man van 60 jaren, die verliefd is op een meisje welke bij hem in 't veld werkte, onder de zinspreuk: als iemand op zijn schoenen pist, is 't tijd dat hij de meisjes mist. Wijze: Sefke strijk er eens aan. 1. Kom Goesche knapen blijft wat staan Hoort naar de Vriesche dingen Die ik hier zal verhalen gaan En in mijn lied zal zingen Hoe een getrouwde klant Gekweld door minnebrand Al was hij zestig jaren Gevoelde liefde voor een meid En kwam zijn min verklaren Hoort knapen wie gij zijt, bis. 2. Hij was een boer zeer wel gesteld Had veld en vee en maagden Werd dikwijls door de min gekweld En ging een kansje wagen Klesiena wel te vree Werkte bij hem op stee Waarop ons oude Kootje Een kansje waagde in het veld Beloofde haar een fooitje Waar zij was op gesteld, bis. 3. Hij sprak haar af tijd en uur Om naar het veld te komen Om dat het in zijn huis of schuur Niet waar kon zijn genomen Klesiena was bereid Kwam op het uur en tijd Daar Kootje zat te wachten En brande van de minnepijn Verzonken in gedachten Klesiena kom bij mijn, bis. 4. De klok had pas maar twee geslagen Zoo men had afgesproken Wat vreugd daar kwam de meid gegaan Waar zich nu zaam verstoken Hij nam haar bij de hand Kroop met haar in de kant Daar ging de Paus naar Romen En Kootje met zijn grijzen bol Lied de vapeur maar stoomen En raakte op den hol, bis. 5. Zij reden daar in korten tijd Zo heen en weer naar Romen Koo was omtrent zijn adem kwijt Toen hij is weergekomen Klesien ging naar stee Deelt Kootjes vrouw daar mee Wat haar is overkomen Verhaalde daar van naald tot draat De geheele reis naar Romen De vrouw was obstinaat, bis. 6. Daar kwam het oude Kootje thuis Met een paar slappe kuiten Zijn vrouw die maakte veel gedruisch Verkwister van mijn duiten Koo krabbelde in zijn haar Ach vrouw bedaar toch maar Ik durfde 't niet te wagen Met u naar Romen toe te gaan Gij zijt te oud van dagen Om die reis te nemen aan. 25

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2006 | | pagina 27