zijn carrière beëindigde was het al
veel minder gebruikelijk om in het
beroep van je vader te blijven.
Opleiding
In het archief van de Brugse Acade
mie komt L.Ph. de Lannée tussen
1810 en 1817 als leerling voor. Eerst
in de sector 'model', daarna bij
'figure' en 'architecture'. De nadruk
bij deze opleiding lag toen bij het
tekenen als basis voor de schilder
kunst en de techniek. In zijn tijd had
de opleiding namelijk een artistiek-
academisch karakter, met het teke
nen als algemeen geldende voorbe
reiding op de diverse sectoren van
civiele bouw en waterbouw. Het teke
nen was uiteraard ook noodzakelijk
voor de hogere kunsten als bijvoor
beeld de schilderkunst.
De Bénézit Lexicon karakteriseerde
De Lannée zelfs als 'aquarelliste et
architecte', in die volgorde! Zijn
aquarellen werden in de negen-
tiende-eeuwse bronnen gekarakteri
seerd als 'verdienstelijke en uitvoerig
behandelde tekeningen in sapverf,
voorwerpen uit de natuurlijke histo
rie als katten, vogels en vruchten
voorstellende'. Daarnaast vervaar
digde hij met de pen een groot aantal
kopieën van beroemde oude schilde
rijen. Vijftig jaar later was de oplei
ding veelzijdiger en meer technisch,
pragmatisch en praktijkgericht.
Werk in Zeeland en aanstelling
in Goes
Na de voltooiing van dit hoger onder
wijs volgde in 1816 zijn aanstelling
als opzichter bij de Rijkswaterstaat.
Hierna vond hij werk in Zeeland. Op
16 april 1828 trouwde hij in Goes
met Neeltje van Ham, dochter van
Johannes van Ham, logementhouder
van hotel 'De Korenbeurs'. Louis Phi
lippe was lid van de Anglicaanse
kerk. Hij komt in de periode 1826-
1830 niet voor in het bevolkingsre
gister van Goes.
In 1829, na het overlijden van