Mag ik me even voorstellen Hans Oomen Op verzoek stel ik me graag even aan u voor, want op dit moment zijn u en ik nog onbekenden voor elkaar, maar ik hoop dat daar snel verandering in zal komen. Per 1 juli ben ik, Hans Oomen, Gerard Heerebout opgevolgd als nieuwe directeur van het Historisch Museum De Bevelanden te Goes en het Fruitteeltmuseum te Kapelle. Met dit uitgebreide CV hoop ik duidelijkheid te scheppen over wie u kunt verwachten. Op 26 januari 1960 ben ik te Breda gebo ren waar ik ook mijn jeugd heb doorge bracht. Vervolgens verhuisden mijn ouders naar Prinsenbeek, een dorpje bij Breda waar ik woonde tot mijn achttiende. In die tijd ging ik naar de middelbare school in Breda waar mijn al bestaande liefde voor geschiedenis nog verder werd ontwikkeld door een zeer enthousiaste geschiedenisleraar. Daarna ben ik gaan studeren in Leiden waar toen net de Rein- wardtacademie HBO museumopleiding) gestart was. Na korte tijd bleek de school toen geen goedgekeurd leerplan te hebben zodat ik, na één jaar afgemaakt te hebben, ben gestopt. Aangezien de museumwereld wel mijn grote liefde was heb ik gedurende vele jaren als vrijwilliger meegewerkt voor het Volkenkundig museum Justinus van Nassau te Breda. Naast allerlei hand- en spandiensten organiseerde ik excursies voor de grote en actieve vriendenvereni ging. Beroepsmatig werkte ik daarnaast bij Peek en Cloppenburg te Rotterdam waar ik diverse textieldiploma's behaalde en rolde daarna in het uitvaartvak. Gedurende een aantal jaren werkte ik eerst als uitvaart verzorger en daarna als districtmanager bij een grote uitvaartonderneming. Ik bleef actief voor het Volkenkundig museum tot in 1993 het museum in Breda noodgedwon gen haar deuren sloot. Ongeveer in die zelfde periode verhuisde ik naar Geertrui- denberg en werd daar lid van het bestuur van de toenmalige oudheidkamer 'De Roos'. De Roos was gevestigd in een historisch pand aan de Markt maar was duidelijk aan een grote opknapbeurt toe. Als projectme dewerker heb ik toen samen met bestuur en vrijwilligers de gehele collectie geïnven tariseerd en opgeschoond. Vervolgens kreeg de omgedoopte oudheidkamer een status als geregistreerd museum. In al die jaren volgde ik diverse museumgerichte opleidingen en groeide het verlangen om permanent in een museum werkzaam te zijn. Toen men dan ook een nieuwe direc teur in het Speelgoedmuseum in Ooster hout zocht maakte ik definitief de overstap naar de museumwereld. De gemeente Oosterhout werd geconfronteerd met enorme tekorten waardoor na een jaar de subsidie stopte. Ik kon op zoek naar een andere baan en het speelgoedmuseum draait momenteel alleen op vrijwilligers. Toen dan ook in Schijndel in 2000 een vacature ontstond in het museum Jan Heestershuis heb ik die kans met beide handen aangegrepen. Het betrof hier een oud patriciërshuis uit 1769 met grote tuin en koetshuis waarvan alleen het huis gerestaureerd was. De schilder en etser Jan Heesters was kinderloos gestorven en had na zijn dood in 1982 alles aan de Schijndelse gemeenschap nagelaten. Al die tijd was het nauwelijks open geweest en van een echt museum was dan ook geen sprake. De collectie was her en der onder gebracht of'verdwenen'. Ik kreeg letterlijk de sleutel van een bijna leeg gebouw en de opdrachtzie er maar iets van te maken'. 23 maart 2001 heropende ik het gebouw en waren we drie middagen per week open. Een jaar later in maart kwam er een VW vestiging in het gebouw en konden we dankzij de hulp van steeds meer vrijwilli gers al zes middagen per week open. Het koetshuis werd een geklimatiseerd depot en de overwoekerde tuin veranderde in een beeldentuin. Veel schenkingen volgden, na speurwerk kwam ook veel van het interi eur weer boven water en samen met een 14

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2006 | | pagina 16