Boekindruk
Tussen isolement en ontsluiting. Een
bestuurlijke geschiedenis van Noord-Beve
land 1795-1995 door A.J. Barth en Dr. A.L.
Kort. Een uitgave van de gemeente Noord-
Beveland, 2005. ISBN 90-810151-1-. Het
boek is te koop in het gemeentehuis van
Noord-Beveland in Wissenkerke, voor
18,50.
In het boek komen vele onderwerpen ter
sprake, die alle op de een of andere manier
te maken hebben met het besturen van de
vier gemeenten op Noord-Beveland.
De eerste zes hoofdstukken behandelen de
afzonderlijke gemeentebesturen tot het
samengaan in de gemeente Noord-Beve
land in 1995.
Aan beide wereldoorlogen besteden de
schrijvers een hoofdstuk, waarin de gebeur
tenissen op Noord-Beveland geplaatst wor
den in een meer Europees kader.
Gemeentelijke taken als de sociale politiek,
het onderwijs en de openbare nutsvoorzie
ningen worden uitvoerig behandeld. De
schrijvers geven in dit boek ook een over
zicht van de polders en overstromingen, de
verbindingen met de omringende eilanden,
het drie-eilanden plan en het toerisme op
Noord-Beveland.
Het boek begint in 1795, met de komst van
de Franse legers, die een eind maakten aan
het bestaan van de Republiek der Zeven
Verenigde Nederlanden en de daarbij
horende ambachtsheerlijke rechten.
De inlijving bij Frankrijk in 1810 bete
kende de invoering van de Franse wetge
ving: iedere gemeente kreeg een maire en
een municipale raad, die na 1814 (de val
van Napoleon) werden omgevormd tot een
gemeenteraad en een college van burge
meester en assessoren. In 1851 kwam de
gemeentewet tot stand, die bepaalde, dat
de gemeente bestuurd werd door een
gemeenteraad, een college van Burgemees
ter en Wethouders en een burgemeester.
De gemeenteraad kreeg de bevoegdheid om
verordeningen op te stellen en de financiën
te regelen. Het college van B en W bereidde
de vergaderingen van de gemeenteraad
voor en voerde de raadsbesluiten uit. De
burgemeester had de supervisie op de poli
tie en de brandweer en voerde ceremoniële
taken uit.
Na dit algemene gedeelte over de staatsin
richting van Nederland worden achtereen
volgens de gemeentebesturen van Kort-
gene, Wissenkerke, Colijnsplaat en Kats,
ieder in een apart hoofdstuk, uitvoerig
beschreven.
Met de herindeling in 1995 valt het doek
over de afzonderlijke gemeenten en ont
staat de huidige gemeente Noord-Beve
land.
Wie interesse heeft in de geschiedenis van
de afzonderlijke gemeenten kan in het boek
terecht.
Ik zou het hierbij willen laten, ware het
niet dat de heer Dr. P.J.A. Van Voorst
Vader in een artikel zijn reactie heeft gege
ven over de manier waarop hij vindt dat
zijn familie beschreven wordt in dit boek.
De schrijvers hebben voor Kortgene vooral
de heer A. Vader nader beschreven: hij
werd van patriot tot Oranjeklant, in 1813
was hij maire van Kortgene en Kats om
vervolgens tot 1846 burgemeester van
Kortgene te blijven. Zoals veel van zijn tijd
genoten reageerde hij opportunistisch op
de politieke gebeurtenissen van zijn tijd.
In die periode verzamelde hij ook een groot
aantal andere functies en zorgde hij er voor
dat familieleden benoemd werden op een
aantal gewilde posten.
De schrijvers noemen dit een vorm van
nepotisme (bevoordeling van de eigen fami
lie); vooral het gebruik van deze term
schoot bij de heer Van Voorst Vader in het
verkeerde keelgat. Het is echter een feit,
dat tijdens het bestaan van de Republiek
en de periode die daarop volgde, dit werd
ervaren als de normaalste zaak van de
wereld. De betekenis van het woord nepo
tisme toen, vergeleken met die van nu, is
van een geheel andere orde. De heer Van
Voorst Vader maakt in zijn artikel veel zin
volle opmerkingen, die getuigen van een
29