tie niet kon uitblijven. Die volgde al snel:
'het is gebuert in de maand van Julij of
enige dagen daar na door de verwijderinge
boven gemelt, de verborgen goederen van
dom. van 'thol zijnde bij de weduwe van
Joseph Albregtse. de selve goederen geno
men en op het midden van de straat geset
en malkanderen uitgescholden voor al dat
leelijk was. Waer door ook een groote
beroerte en ergernisse in de gemeinte ont-
stont, het welke dom. van 'thol niet sal kun
nen ontkennen dewijl het publijk en open
baar is geschiet voor de inwoonders van
Baarland.' Beroering en ergernis in de
gemeente, zo'n scheldpartij op straat.
Velen hebben het mogelijk ook als een wel
kome onderbreking van de dagelijkse sleur
ervaren.
Grove beledigingen over en weer werden
het:dat het is bevonden den 8 October
1736 is het geweest dat dom. van 'thol al
wederom de wedue van Joseph Albregtse
voor een openbare hoere heeft uitgescholden
met vloekken en schelwoorden. Waer op
gemelde seide: ik ben evenwel in het vishuis
niet afgenaeijt, waer op dom. van 'thol ant-
woorde: op den houdelandse weg ben je
afgenaeijt, dat weet Dingenis Kerkhof wel,
en greep se bij den arm en stoote se de duere
uit.'
En Janneken Wols, die de dominee op een
dinsdag in mei 1736 vanaf's-Gravenpolder,
op haar wagen een lift naar huis had gege
ven, verklaarde: is gebuert dat Dom. van
'tHol met mijn wagen van Schravenpolder
is thuis gekomen en soo sat, dat het was om
over te schreeuwen voor al die het zag, ja
dat ik seide den Dom. sal niet meer op mijn
wagen komen om mee te rijen Dewijl ik
mij als een lid der kerke verpligt agte om de
zonde en de ergernisse te helpen weeren die
Dom. van 'tHol hier ter plaatse openbaer
vertoont.' De in 's-Gravenpolder aanwezige
twee herbergen deden voor de reizigers uit
de verder van de stad gelegen dorpen
dienst als welkome tussenstop.
Dinsdag was de dag dat de dominee bij
voorkeur de wekelijkse markt in Goes
bezocht. Dat was het ontmoetingspunt bij
uitstek. Vooral in de zomerperiode als de
dagen lang waren, was het iets om iedere
week naar uit te zien. Van alle dorpen
kwam men daar op de markt en in de stra
ten er rondom bij elkaar, deed er zaken en
boodschappen, bezocht er de standwerkers
en de kwakzalvers en wisselde er de nieuw
tjes uit. Altijd was er de gezelligheid, die op
de meestal stille dorpen ontbrak. Op dins
dag 17 juli 1736 - twee dagen voor de reis
naar Zaamslag - had Leendert Hollestelle
de dominee aan het eind van de dag in
gezelschap van zijn vrouw en Adriana
Monsu, met zijn wagen tot dicht bij Baar
land gebracht. De dominee was zeer dron
ken geweest.
Op dinsdag 14 augustus 1736 - hij was die
dag met zijn sjees naar Goes gereden -
hadden verschillende Baarlanders hem het
dorp binnen zien komen, dat dom. van
'thol soodanig dronken van de stat Goes is
thuis gekomen, dat de aansienders bevreest
waren dat hij met paart en cheze in den
assibak (de gemeentelijke vuilnisbak) sou
gevallen hebben.'13'
W
-'-uV"-
Afb. 4. Gezicht op de kerk en het slot van
Baarland uit het oosten, gravure 1743.
(Collectie Gemeentearchief Goes.)
De verklaring van twee catechisanten
De relatie tussen de dominee en de
weduwe van de baljuw was blijkbaar een
haat-liefde verhouding. Op het ene moment
vervielen ze in scheldpartijen, op het
andere moment was het tegenovergesteld.
We kunnen dit opmaken uit de verklaring
van Susanna Willems en Maria van de
Guchte, twee dames die bij de dominee de
catechisatielessen volgden. In de avond
van woensdag 10 april 1737 - het was mooi
weer en volle maan, de dominee was al
7