eigen bestuur, maar onder de paraplu van
de CJV.
Dit leidde er toe dat op 31 maart 1906 de
christelijke gymnastiekvereniging 'Oefe
ning Kweekt Kunst' werd opgericht. Onge
veer vijftien leden van de CJV werden lid
van de nieuwe vereniging. Voorzitter werd
de CJV-er C. Maartense.
In de notulen van 31 maart 1906 lezen we
dat het verenigingsreglement al was
goedgekeurd door het bestuur van de
CJV. In artikel 2 van dit reglement stond
duidelijk dat OKK een onderafdeling was
van de CJV en in artikel 8a lezen we dat
werkende en ondersteunende leden
tevens lid of oud-lid van de CJV moesten
zijn.14'
Dat het toezicht in het begin wel eens tot
fricties leidde blijkt uit een opmerking van
de OKK-er Jac. Sturm: 'Er zit een luister
vink op de baan' zei hij, daarmee duidend
op de aanwezigheid van de CJV -voorzitter
W.C. de Beste.1B)
Het niveau van de vereniging ging sterk
omhoog met de komst van de heer K. Kooy
in oktober 1921. Deze was gediplomeerd
leider van de turnvereniging Volharding'.
Hij werd door de hervormde predikant Ds.
Homburg benaderd om leider van OKK te
worden. Onder zijn directeurschap ging het
turnpeil fors omhoog. De heer Kooy bleef
wel lid van de 'neutrale bond'. Het bestuur
van de CJV zag dit met gefronste wenk
brauwen aan, maar schikte zich tenslotte
in het onvermijdelijke.
OKK werd ook lid van de landelijke bond:
het Nederlands Christelijk Gymnastiek
Verbond. Dat was nodig om zich in bonds-
verband met andere verenigingen te kun
nen meten.
Dat bracht wel wat problemen met zich
mee. In de eerste plaats was de moeder
vereniging, de CJV, niet erg enthousiast.
Sporten in competitieverband zou de chris-
Een 'echte' sportvereniging
Onder de voorzitters Joh. Verhage (1907),
W.C. de Beste (1913) en opnieuw
Joh. Verhage (1917) ontwikkelde OKK zich
tot een echte sportvereniging. In eigen
beheer werden een ijzeren rekstok en sta
len ringen, met leer overtrokken, gemaakt.
In 1908 ging men over tot de aanschaf van
uniforme kleding en 'pantoffeltjes' (waar
schijnlijk een soort gymschoenen) om zich
bij het optreden naar buiten beter te kun
nen presenteren.
Omdat niemand eigenlijk precies wist hoe
de gymnastiekbeoefening moest worden
gedaan, werd de heer P. van der Meulen,
gymnastiekleraar van de R.H.B.S. en leider
van de turnvereniging Volharding", uitgeno
digd om één en ander te komen uitleggen.
Op 18 december 1907 werd voor het eerst
in het openbaar opgetreden in de grote
zaal van de Prins van Oranje, ter gelegen
heid van het vijftienjarig bestaan van de
Goese CJV. Er werden 'vrije oefeningen
gehouden, alsmede oefeningen aan de rin
gen en gymnastische groepen, die veel suc
ces oogstten'.16' In dat zelfde jaar werd op
verzoek van voorzitter J.A. Flink van de
CJV een aspirantenafdeling opgericht.
Afb. 5. De hervormde predikant Ds.
Homburg, die veel voor het verenigingswerk
heeft betekend. (Uit: Kent u ze nog ...de
Goesenaren, deel 1 en 2, Zaltbommel, 1977,
1978.)
12