Baarland, dorp in rep en roer (deel n en slot)
De ambtsperiode van dominee Hermanus van Toll, 1731-1742
G.J. Lepoeter
Gedurende het jaar 1740 had het er bij een
oppervlakkige beschouwing alle schijn van
dat er met Hermanus van Toll niets bijzon
ders aan de hand was. Hij vervulde zijn rol
in de Classis van Zuid-Beveland op
dezelfde wijze zoals zijn collega's dat
deden. De classis vergaderde frequent,
meestal tweemaal per maand. De vergade
ringen vonden voor een groot deel plaats in
Goes, maar toch ook regelmatig in de ver
schillende dorpen. Ze stonden steeds onder
leiding van een drietal predikanten, de pre
ses, bijgestaan door een assessor en een
scriba. Deze laatste was verantwoordelijk
voor de verslaglegging in het aktenboek.
De functies werden bij toerbeurt door de
predikanten waargenomen.
In 1740 en in het begin van 1741 was het
een aantal keren de beurt aan dominee
Van Toll. Hij was scriba tijdens de gewone
vergaderingen in Waarde op 6 juli 1740,
met een vervolgvergadering in Goes op 12
juli en tijdens de extra vergaderingen in
Goes op 2 augustus en 9 augustus. In zijn
duidelijke handschrift schreef hij zwierig
Afb. 1. Detail van de Hattingakaart van Zuid
opgenomen in 1747 en 1748.
de verslagen van de vergaderingen in het
aktenboek.11 De functie van preses ver
vulde hij tijdens de gewone vergaderingen
in 's-Gravenpolder op 5 oktober en in Goes
op 11 oktober en tijdens de extra vergade
ring in Goes op 1 november. Deze laatste
vergadering stond in het teken van de jaar
lijkse classicale maaltijd. Die werd gehou
den in de herberg 'de Frissen Romer', waar
Maatje Musse de scepter zwaaide.21 Er
waren hardnekkige geruchten dat dominee
Van Toll tijdens de maaltijd dronken was
geweest.3' Als assessor trad hij op in de
vergaderingen te Kapelle op 4 januari 1741
en te Goes op 14 maart.
Beëindiging van de schorsing
Er was echter wel degelijk het nodige aan
de hand, ook gedurende de bovengenoemde
periode. De gedeputeerden van de classis,
de predikanten Hamer en Schermbeek, die
op 5 augustus 1739 in Baarland zware
gesprekken hadden gevoerd, wisten drom
mels goed dat de verhouding tussen ker
kenraad en predikant op zijn best het pre
dikaat 'gewapende vrede'
verdiende. Aan de aan
dominee van Toll voor een
periode van twaalf weken
opgelegde schorsing, was
op zondag 1 november
1739 een eind gekomen.
Op die zondagmorgen
hield hij voor de gemeente
van Baarland zijn boetpre
dikatie over Psalm 51:11-
13: 'Verbergt uw aengesigt
van mijn sonden: ende
delgt uijt alle mijne onge-
regtigheden. Schept mij
een reijn herte, o Godt:
ende vernieuwt in 't bin
nenste van mij eenen vas
ten geest. En verwerpt mij
niet van uw aengesigt:
-Beveland, ende en neemt uwen Heijli-
gen Geest niet van mij.
18