gezet, 'de schipper van 't gemelte schuijtje
seide, u lieden wil ik wel aan land brengen
maar wees op Ds. van Toll, hoe hij
daermede doen soude, nadien hij noch soo
beschonken was.'
Meester Anthony Sas, schipper Marinus de
Koeijer en Frederik Lindenburgh legden op
27 december 1741 voor schepenen van
Baarland over de reis op 13 december een
verklaring af.16'
Eerder had dominee Van Toll er zijn vol
doening over uitgesproken dat de classis
zijn zaak had opgeschort, 'tot ik mij voor
den Politijken Rechter sou gesuijvert heb-
ben.'11] De afloop was heel anders. Hij werd
schuldig verklaard en uit de Provincie
Zeeland verbannen.
Uit het ambt ontzet
Het was een gelopen race. De uitspraak
van 's-Gravenmannen was bindend, dus de
Classis van Zuid-Beveland had de zaak
tegen dominee van Toll snel en formeel
kunnen afhandelen. Toch koos men er voor
om er nog uitgebreid aandacht aan te
besteden met breedvoerige beraadslagin
gen en een gedetailleerd preadvies van de
gedeputeerden, ds. A. van Velsen te 's-Heer
Arendskerke en ds. B. Muller te Ellewouts-
dijk. Dominee Van Toll kreeg volgens de
regels de gelegenheid om zijn visie te
geven. De toon die hij aansloeg was nu in
vergelijking met de felheid in het verleden,
geheel anders en alleen maar meelijwek
kend te noemen. In plaats van venijnig uit
te halen wees hij op zijn 'vrouws en kinde-
rens onpasselijkheijd, daer er reeds een
maendag agt dagen een van gestorven is, en
nog een seer krank leijd.'is> In een extra
vergadering, die op 3 april 1742 in Goes
werd gehouden, stelde de classis het aan
het Collegium qualificatum te Baarland
gerichte advies op om dominee Hermanus
van Toll uit zijn dienst te ontslaan.
Voor de kerkenraad, die al geruime tijd
hiernaar had uitgezien, was dit niet aan
dovemansoren gericht. Op donderdag 5
april vergaderde in Baarland het Colle
gium qualificatum. Namens de ambachts
heer waren aanwezig secretaris en rent
meester Franpois Breekpot Junior en
schepen Martinus Aalbregtse. Verder de
voltallige kerkenraad en de gedeputeerden
van de classis, de predikanten A. van
Velsen en B. Muller. Het advies van de
classis, ontzetting uit het ambt te Baarland
en algemene schorsing als predikant voor
een termijn van twee jaar, werd eenparig
aangenomen. Ook werd hem het recht
ontzegd om gedurende deze periode aan
het Heilig Avondmaal deel te nemen.
Dominee van Toll werd binnengeroepen en
namens de vergadering door dominee Van
Velsen de sententie voorgelezen.191
Weg uit Baarland
Het vonnis van 's-Gravenmannen - ver
banning uit Zeeland - had grote gevolgen
voor de predikant en zijn gezin. Dominee
Van Toll vertrok naar Woudenberg, de
plaats waar hij vandaan kwam. Zijn vrouw
en kinderen verbleven nog enige tijd in
Baarland, levend in kommervolle omstan
digheden. De smeekbede voor financiële
ondersteuning, die Maria van Toll-Harink
op 8 mei aan de classis richtte, spreekt
boekdelen, wat een erbarmensweerdig
voorwerp ik met mijn vier onnoosele kinde
ren met regt mag genoemt worden'Ze
kreeg, verdeeld over een aantal termijnen,
een bedrag van Vis. 16.13.4 100,-)
toebedeeld.
Op zaterdag 9 juni 1742 vond de verkoop
van de pastorie plaats. Comelis Ossewaarde,
zoon van de in 1730 overleden predikant
had hiervoor van dominee Van Toll een
schriftelijke volmacht gekregen. Voor een
bedrag van Vis. 200 1.200,-) werd
Johan de la Sable, bierbrouwer te Goes en
zwager van Cornelis Ossewaarde, de
nieuwe eigenaar.20' Dominee van Toll had
in 1731 de pastorie gekocht voor een
bedrag van Vis. 233.6.8 1.400,-). Maria
van Toll-Harink kwam met haar kinderen
in Goes terecht, de plaats waar ze was
geboren en opgegroeid.
Net zo min als Hermanus van Toll ontliep
ook Neeltje Hubregtsdochter Verlare de
straf voor haar aandeel in het veroorzaakte
tumult niet. We weten niet voor welke ter
mijn ze van haar vrijheid werd beroofd,
maar ze was ondertussen gevangen gezet
in het spinhuis te Middelburg.21'
Het einde van het predikantschap van Her-
25