Afb. 5. De Kousteensedijk te Middelburg met links het
rasp- en spinhuis, gravure eind zeventiende eeuw.
(P.W. Sijnke, Uit de Middelburgse historie.)
manus van Toll betekende voor de kerken
raad van Baarland dat gewerkt kon gaan
worden aan het beroepen van een nieuwe
predikant. Op 8 mei 1742 verleende de
Classis van Zuid-Beveland de hiervoor
benodigde handopening. Op 22 december
1743 werd Rudolphus Ottinga als nieuwe
predikant bevestigd.
De afloop
De vraag waarom Maria van Toll-Harink,
na de verbanning van haar echtgenoot uit
de provincie Zeeland, niet met haar kinde
ren met hem meetrok, is niet te beantwoor
den. Het was in ieder geval niet zo dat ze
in Goes door haar familie, die daar finan
cieel zeker toe in staat was, liefdevol werd
opgevangen. Integendeel, ze verkeerde in
de grootste armoede en was voor het
merendeel van haar behoeften overgele
verd aan de bedeling.
Op 18 juni 1743 richtte ze zich opnieuw
met een brief tot de classis. Dit had een
tweeledig doel. Ze was 'radeloos en redde
loos' en ze smeekte 'mij en mijne arme
schapen ditmaal nog eens te hulpe te komen
met eene ons ondersteunende liefdegifte.'
In de tweede plaats deed
ze een beroep op de classis
om te bewerkstelligen dat
haar echtgenoot, die zich
nu al meer dan een jaar 'in
leven en zeden stigtelijk en
voorbeeldiglijk gedragen
heeft', weer aan het Heilig
Avondmaal zou mogen
deelnemen. Dit om te
bevorderen dat hij te gele
gener tijd weer 'de hand
aan de ploeg van de Evan
gelie-akker' zou kunnen
slaan.
De classis was haar goed
gezind. Ze kreeg een
bedrag van Vis. 8.10.-
51,-). Het tweede deel
van haar verzoek werd
afgewezen. Het feit dat de
kerkenraad van
Woudenberg het verzoek
om strafvermindering van
harte ondersteunde,
maakte geen indruk op de classis.22'
Een volgend verzoek om bijstand werd door
de classis behandeld in de vergadering van
7 januari 1744. Maria van Toll-Harink was
op dat moment hoogzwanger, want op 31
januari werd van haar een kind gedoopt. In
het doopboek van de Hervormde gemeente
Goes lezen we: 'gedoopt 31 Januarij 1744
Anthonetta, dochter van den predikant
Herman van Tol en juffr. Maria Haring'.
Opnieuw liet de classis haar niet in de
steek: en is beslooten voor haer nu noch
50 Gl. te geeven, zonder dat over die zaak
ooijt weder omvraaggedaen zal worden.'
Blijkbaar was het voor de classis nu wel
genoeg geweest.
In november 1743 was een kind van domi
nee Van Toll op het kerkhof in Goes begra
ven.23'
Over het verdere reilen en zeilen van
dominee Hermanus van Toll zelf weten we
vrijwel niets. Er zijn aanwijzingen dat hij
omstreeks 1745 als predikant naar Oost-
Indië uitgezonden is. Het is niet onwaar
schijnlijk dat hij daar overleden is.24'
Maria van Toll-Harink woonde nog
geruime tijd in Goes. Op 26 januari 1757
26