verleende ze met een akte, verleden voor
notaris F. Roeteringh, consent voor het
huwelijk van haar te Amsterdam wonende
oudste dochter Martina Anthonetta (gebo
ren te Baarland op 3 oktober 1734) met
Hendrik Gressel te Amsterdam. Ze was
toen weduwe.251
Maria van Toll-Harink moet een bewonde
renswaardige echtgenote geweest zijn.
Vanaf het tijdstip van haar huwelijk in
1733 heeft ze in overwegende mate zorgen
en verdriet gekend. Die waren in hoofd
zaak toe te schrijven aan de handel en
wandel van haar echtgenoot. Toch hebben
wij nergens enige aanwijzing gevonden dat
ze hem afviel of ontrouw werd. Waar er een
mogelijkheid was sprong ze voor hem in de
bres. Of had ze geen andere keus? Wan
neer en in welke plaats ze overleden is,
hebben we niet kunnen achterhalen.
Noten:
1. ZA, archief Classis van Zuid-Beveland, toeg.nr. 29.1,
inv.nr. 9.
2. De herberg 'de Frissen Romer' stond aan de haven
kade, het gedeelte tussen de Oude Hoofdpoort en de
Nieuwe Havenpoort. In de volksmond heette dit 'Tus
sen de Twee Poorten'. Er waren daar meerdere her
bergen en kroegen. Maatje Musse, afkomstig uit Hein-
kenszand, was er een bekende figuur. In 1738 was ze
getrouwd met Pieter Logiersen Steenbakker, afkom
stig uit Veere. Sinds die tijd stond de herberg in de
kohieren voor de stedelijke belasting op zijn naam.
3. Als noot 1, inv.nr. 97, stuk 3 mei 1741.
4. Als noot 1, inv.nr. 17, stuk 1 december 1739.
5. Zie artikel 'Tumult op het kerkelijk erf in Oudelande',
de Spuije aflevering 55, vooijaar 2002.
6. De stadhouder - in de persoon van Johan Nieuwland
- was als rechterhand in juridische zaken van de
Rentmeester Bewesten Schelde op het eiland Zuid-
Beveland (uitgezonderd het rechtsgebied van de stad
Goes) belast met het handhaven van de orde. Tijdens
zijn werk was hij meestal vergezeld van een tweetal
gewapende helpers. Hij had ook de bevoegdheid om de
plaatselijke autoriteiten in te schakelen.
7. Als noot 1, inv.nr. 97, stukken 3 mei en 30 mei 1741.
8. Al vanaf 1736 had Crijna Oudendijk, samen met Neel-
tje Verlare en Andries de Vroe, waar nodig ontlas
tende verklaringen voor de dominee afgelegd.
9. Als noot 1, inv.nr. 97, stuk 11 juli 1741, pag. 14.
10. Als noot 1, inv.nr. 97, stukken 3 mei, 30 mei en 11 iuli
1741.
11. Als noot 1, inv.nr. 97, stuk 30 mei 1741, pag. 2.
12. Als noot 1, inv.nr. 97, stuk 19 juni 1741.
13. Als noot 1, inv.nr. 97, stuk 30 mei 1741, pag. 4.
14. De schepenbank van Middelburg, voorgezeten door de
plaatselijke baljuw, kreeg vanaf het begin van de zes
tiende eeuw een landrechtelijke taak op justitieel
gebied erbij. De schepenbank werd daardoor compe
tent tot kennisneming van criminele zaken in Zeeland
Bewesten Schelde. De schepenbank werd vanaf die
tijd getooid met de titel 's-Gravenmannen. Hetzelfde
gold voor de schepenbank te Zierikzee voor wat betreft
Zeeland Beoosten Schelde.
15. Als noot 1, notulen vergaderingen 3 mei, 30 mei en 11
juli 1741.
16. Als noot 1, inv.nr. 97, stuk 3 januari 1742.
17. Als noot 1, inv.nr. 97, stuk 30 mei 1741, pag. 5.
18. Als noot 1, inv.nr. 97, stuk 19 februari 1742.
19. Gemeente Borsele, archief N.H. kerk Baarland, inv.nr.
3.
20. Gemeente Borsele, Register van transporten Baarland
RAZE 2485, akte 9 juni 1742.
21. Aan de Kousteensedijk te Middelburg werd in 1642
een tuchthuis gebouwd. Men noemde zo'n tuchthuis
wel een rasp- en spinhuis. Dit vanwege het werk dat
de gevangenen moesten verrichten: de mannen moes
ten brasilhout raspen en zagen, de vrouwen spinnen.
Het tuchthuis diende vooral als tijdelijke verblijf
plaats van landlopers, dronkaards en dergelijke lie
den.
22. Als noot 1, notulen vergadering 18 juni 1743.
23. Als noot 1, notulen vergadering 7 januari 1744;
Gemeente Goes, archief N.H. kerk Goes, retroacta nr.
3 en nr. 22B.
24. F.A. van Lieburg, Repertorium van Nederlandse her
vormde predikanten tot 1816, deel I, Dordrecht 1996,
pag. 252; C.A.L. van Troostenburg de Bruijn, Biograp-
hisch woordenboek Oost-Indische predikanten,
Nijmegen 1893, pag. 431.
25. Gemeente Goes, notarieel archief, RAZE 2302, akte
26 januari 1757.
27