Afb. 3. Boerderij bij Driewegen. (Foto J. de Ruiter.) storende elementen aangebracht: twee vensters aan weerszijden van de ingangs poort en een plafonnering in de toegangs hal. De toegang tot het kerkterrein wordt geflankeerd door zuilen van baksteen met daarop schildragende leeuwen met de wapens van Driewegen en Coudorpe. In het torentje hangt een klok die gegoten is in 1734. Dat het in Driewegen soms niet pluis was blijkt wel uit het verhaal van de reus van Coudorpe. Zijn skelet werd opgegraven door de amateur archeoloog Adriaan de Boo, onderwijzer te Kwadendamme. De reus of ridder lag begraven voor het altaar van de kerk. Hij was ca. 1.90 meter lang en dat was erg groot voor die tijd. Vermoed wordt dat hij de achterneef was van Grote Pier van Friesland (leaver dea as slaeD. De reus van Coudorpe is echter door geweld om het leven gekomen en van de daders ontbreekt elk spoor. Ook na onderzoek in Utrecht is niets vast komen te staan en de provinciale archeologische dienst kan tot op heden de moord niet oplossen. Een ander verhaal betreft de moord op ds. Van der Velde, oud 29 jaar, door zijn jaloerse ambtge noot ds. Jacob de Cliever. Van der Velde werd doodge schoten door het raam van de pasto rie op 11 mei 1687. Van der Velde kon beter preken dan De Cliever en er wordt gefluisterd dat ook een vrouw in het spel was. Pas op 6 juli 1687 werd De Cliever gearresteerd omdat hij 'in vino Veritas' zijn daad had opgebiecht bij de plaatselijke chirur gijn. De Cliever pleegde op 1 augustus 1687 zelfmoord in de Gevangenpoort te 's-Gravenhage. Helaas voor de sportievelingen onder ons, en dat waren alle vijfendertig deelnemers, werd afgezien van een wandeling door het dorp. Volgens Jan de Ruiter waren er wel wat leuke geveltjes te zien doch de afstan den van de drie wegen waren dermate dat een en ander te veel tijd in beslag nam. Wel zijn we per auto naar het einde van de Staartsedijk gereden alwaar we op de zee dijk een uitzicht hadden op de Wester- schelde en waar een klein 'informatiecen trum' over de bouw van de tunnel aanwezig was. Het informatiecentrum was echter al in een zeer vervallen staat en op de dijk was het koud. In de verte konden we nog iets van archeologische werkzaam heden zien. Ook hier waren Romeinen geweest die hun sporen hadden achterge laten. Onze sporen laten wij in dit geschrift na. 30

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2006 | | pagina 32