quent (p.m. 70 slagen), de buik in de breedte uitgezet, vooral naar de linkerzijde, pijnlijk en gespannen Toen hij tot inwendig onderzoek overging, bespeurde ik, zo lezen we in zijn verslag, bij het opslaan der dekens, een ondragelijken, rottigen stank; de vagina was vochtig, niet bijzonder gevoelig, noch heet In het Orificium ontdekte ik eene voorliggende extremiteit van het foetus; doch de ongemakkelijke hou ding waarin ik genoodzaakt was te explore ren, belette mij om diep genoeg in te drin gen, zoodat ik niet kon onderscheiden of het voorliggende kindsdeel eene hand of een voet was Gezien de ellendige situatie waarin Paulina zich bevond, vreesde Snoep het ergste. Hij besloot de vrouw uit de bed stede te halen en op het zogenaamde korte bed te leggen. Het inwendig onderzoek in die, voor het oogmerk meer geschikte ligchaamshouding herhalende, onderkende ik eene linkervoetligging, met den hiel links, de teenen rechts, andere kindsdeelen kon ik niet ontdekken. Ik had thans te kie zen: öf, om de vrouw te laten sterven; öf, om te beproeven het foetus te extraheren en alzoo de eenige, hoewel onwaarschijnlijke kans tot redding der moeder voor 't minst niet te verzuimen. Ik besloot tot het laatste en, geadsisteerd door den Heer Hoogendorp gelukte het mij, met weinig moeite de vrucht te extraheren. Dezelve was van het mannelijk geslacht, behoorlijk ontwikkeld; doch reeds tot een staat van verregaande ontbinding overgegaan. Het stuk navel streng nog aan het foetus gehecht, had een lengte van p.m. 4 a 5palm. De eenige betrekkelijk geringe moeite welke de extrac tie mij veroorzaakte, bestond in de noodza kelijke voorzorg om het tot verrotting over gegane foetus in zijn geheel af te halen, wilde ik niet genoodzaakt worden tot meer gecompliceerde en bijgevolg dieper ingrij pende kunsthulp, welker invloed op de uit geputte barende noodlottig zijn moest. Na afloop van de operatie, die niet meer dan tien minuten in beslag had genomen, werd de vrouw in bed gelegd. Ondanks het feit dat Paulina opvallend rustig was en volgens Snoep met den afloop tevreden, ble ven hij en Hoogendorp bezorgd over de toe stand waarin ze verkeerde. Ze hadden ech ter alles gedaan wat in hun vermogen lag en besloten naar huis te gaan. Vóór ons vertrek, zo noteerde Snoep, ontmoetten wij, ten huize der vrouw, de heeren Birkenfeld en Quadekker, Heel- en Vroedmeester te Colijnsplaat. Ik meende niet collegiaal te handelen, den heer Birkenfeld in tegen woordigheid der huisgenooten, naar de antecedenten van dat noodlottige geval te vragen. Het gezelschap besloot daarom naar de herberg te gaan, alwaar de heer Birkenfeld een kort en onvolledig relaas gaf van het voorgevallene. Birkenfeld zei dat hij de verlostang had gebruikt, maar slechts één lepel had ingebragt. Bij gemis aan genoegzame ontsluiting had hij van verdere applicatie moeten afzien. Nadat ze afscheid van elkaar hadden geno men, sprak Snoep met Hoogendorp af dat ze de volgende dag de patiënt zouden bezoeken. Dat bleek evenwel niet meer nodig te zijn. Snoep kreeg namelijk van Hoogendorp te horen, dat de kraamvrouw, nog denzelfden avond, waarop de verlossing had plaats gehad, bezweken was. Snoep stak zijn verontwaardiging over de handelwijze van Birkenfeld niet onder stoelen of banken: Voor mij lag een slagt offer van verzuimde kunsthulp; eene onge lukkige, die, na een langdurige worsteling, het oogenblik harer verlossing met wanhoop verbeidde. Uit het verloskundig onderzoek bleek de mogelijkheid om aan dat verlan gen zonder buitengewone inspanning te vol doen, en daardoor de moeder te bevrijden van den ondragelijken last eener tot verrot ting overgegane vrucht, wier langer verblijf haar dien dood spoedig in den armen moest voeren. Kortom: Birkenfeld had zich vol gens Snoep zwaar vergrepen aan weten schap en humaniteit.2) De tragedie was voor de burgemeester van Kats reden genoeg om de rechter in te schakelen en de provinciale geneeskundige commissie in te lichten over het verregaand pligtverzuim van den geneesheer Bastiaan Birkenfeld. Enerzijds schreef hij dit plichts verzuim toe aan de onverschilligheid van Birkenfeld, die tegenover de burgemeester had verklaard ten aanzien van ingezetenen der gemeente Cats geene verpligtingen te 32

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2006 | | pagina 34