Aanwinsten van het museum
Uit de serie kermis- en gelegenheidsliedjes van het Historisch Museum De Bevelanden.
De zingende schoenlapper
Indien ik een schoenmaker was
Ik zou de schoenen knap en ras
Voor mijne klanten maken; (bis)
Ik maakte ze elk naar zijn geval,
Dan spits, dan plat, dan breed, dan smal,
Om weer in gunst te raken (bis).
De mooije meisjes van de stad,
Zou ik, zoo ik mijn wensch eens had,
Zeer nette schoenjes maken; (bis)
Het vormt een fraaijen en netten voet
Dat somtijds wel eens denken doet
Aan andere fraaije zaken (bis).
En aan de schoen van een soldaat
Zou ik, ofschoon het aardig staat,
Geen hielen laten prijken (bis)
Een krijgsman die zijn pligt voldoet
Moet nooit, hoezeer de vijand woedt,
Zijn hielen laten kijken (bis).
De schoenen van een kastelijn,
Die moeten met twee punten zijn
Wijl zij zich soms gerijven (bis)
't zij uit gemak of voor de pret
Of uit profijt, ik weet het niet net,
Om twee voor een te schrijven (bis).
Een regtsgeleerde maak ik vrij
Zijn schoenen krom en spits daarbij
Omdat z' in vele zaken (bis)
Die somtijds door hun handen gaan
De kunst zich meesterlijk verstaan,
Van 't kromme recht te maken (bis).
38