Aanwinsten van het museum Uit de serie kermis- en gelegenheidsliedjes van het Historisch Museum De Bevelanden. De zingende schoenlapper Indien ik een schoenmaker was Ik zou de schoenen knap en ras Voor mijne klanten maken; (bis) Ik maakte ze elk naar zijn geval, Dan spits, dan plat, dan breed, dan smal, Om weer in gunst te raken (bis). De mooije meisjes van de stad, Zou ik, zoo ik mijn wensch eens had, Zeer nette schoenjes maken; (bis) Het vormt een fraaijen en netten voet Dat somtijds wel eens denken doet Aan andere fraaije zaken (bis). En aan de schoen van een soldaat Zou ik, ofschoon het aardig staat, Geen hielen laten prijken (bis) Een krijgsman die zijn pligt voldoet Moet nooit, hoezeer de vijand woedt, Zijn hielen laten kijken (bis). De schoenen van een kastelijn, Die moeten met twee punten zijn Wijl zij zich soms gerijven (bis) 't zij uit gemak of voor de pret Of uit profijt, ik weet het niet net, Om twee voor een te schrijven (bis). Een regtsgeleerde maak ik vrij Zijn schoenen krom en spits daarbij Omdat z' in vele zaken (bis) Die somtijds door hun handen gaan De kunst zich meesterlijk verstaan, Van 't kromme recht te maken (bis). 38

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2006 | | pagina 40