Schermutselingen bij Camperlandsche Veer op 13 december 1813 J. van Haver In de laatste maanden van het jaar 1813 begonnen de Franse bezettingslegers zich na een aantal verloren veldslagen van Napoleon terug te trekken. In diverse stre ken van ons land weigerden de comman danten van de Franse troepen echter hun macht zonder meer op te geven en te ver trekken. Op verscheidene plaatsen kwam het dan ook tot openlijk verzet tegen de Franse bezettingslegers. Dit verzet nam verder nog toe na de lan ding op 30 november 1813 van de Prins van Oranje (de latere Koning Willem I) bij Scheveningen na het beëindigen van zijn ballingschap in Engeland. Dat gaf soms aanleiding tot gevaarlijke en chaotische situaties. Zo verstrekten de Fransen regelmatig misleidende informa tie. Door middel van proclamaties werd door de Franse autoriteiten verkondigd dat Napoleon de verloren veldslagen juist had gewonnen. In Vlissingen liet de Franse commandant zelfs de kerkklokken luiden als huldebetoon aan de zogenaamde over winningen van Napoleon op het slagveld. In Zeeland vond er in de nadagen van de Franse bezetting op 13 december 1813 te Camperlandsche Veer een merkwaardig treffen plaats tussen Franse soldaten en nauwelijks bewapende Noord-Bevelandse burgers. Geheel Walcheren was begin december nog bezet door de Franse troepen. In de haven van Veere en in het Veerse Gat lagen Franse oorlogsschepen. Onder de Franse militairen die in Veere gelegerd waren bevonden zich ook de Fransen die kort geleden het eiland Noord-Beveland hadden verlaten. Op 13 december 1813 probeerden deze militairen opnieuw een landing uit te voeren op Noord-Beveland. Het heldhaftige verzet van de Noord-Beve landers op die decemberdag in 1813 tegen de binnenvallende Fransen is 100 jaar later gereconstrueerd in een rapport dat gemeentesecretaris C.N. van der Heijde in 1913 opstelde. Dit rapport werd tijdens de herdenking en viering van het 100-jarige onafhankelijkheidsfeest van de bevrijding van de Franse overheersing, door de secretaris aangeboden aan de toenmalige burgemeester van Wissenkerke, H.G van Kempen. Het rapport biedt een gedetailleerd over zicht van de gebeurtenissen die op 13 december 1813 hebben plaatsgevonden. Op de historische betrouwbaarheid van dit rapport gaan we later in. Van der Heijde voerde Jacob Tazelaar, de toenmalige wachtoffïcier in 1813 (timmerman uit Wis senkerke en later burgemeester van zijn woonplaats) in zijn rapport sprekend op.1' RAPPORT uitgebracht aan den Edelacht bare Heer Burgemeester van Wissenkerke over de verjaging der Fransen uit ons eiland op 13 december 1813 (samenvat ting). Wachtoffïcier Tazelaar meldde dat vanaf Noord-Beveland kon worden waargenomen dat vanaf begin december 1813 in de haven van Veere enkele Franse oorlogsschepen lagen. Omdat een landing van Franse troe pen op Noord-Beveland tot de mogelijkhe den behoorde werd een bewakingsdienst ingesteld. De burgerwacht op het Camperlandsche Veer zag vanuit Veere verschillende vaar tuigen met Franse militairen naderen. Tazelaar stuurde een ijlbode naar de burge meester van Wissenkerke, Willem Bodewijk Vader, en deze gaf opdracht om de kerk klokken te luiden en alarmschoten af te vuren. Burgemeester Vader stuurde daarna bodes naar Kortgene en Colijnsplaat om hen te waarschuwen dat de Fransen onder weg waren om een landing uit te voeren. Nadat de versterkingen uit Kortgene waren gearriveerd trokken ze gezamenlijk naar het Camperlandsche Veer. De officier van de 2

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2006 | | pagina 4