i-Sfiutiït/l 'Jjfcrbf J$ /-*&.■* Jk i'. "V - y >L/ Sjptii.tjxt/i.fjft I< TCL Y\S!in_A fyil-fli- Afb. 4. Aantekening bij de gesneuvelde Jacob Flipse in het Actaboek van de Hervormde Kerk te Kortgene. (Collectie Archief gemeente Noord-Beveland.) Flipse en haar dochtertje te Kortgene. Verdere naspeuringen gaven nog meer zicht op de gebeurtenissen. De bekende schilder en brievengaarder Cornelis Zwigt- man uit Wissenkerke heeft in 1820 een boekje in dichtvorm uitgegeven over het treffen bij Camperlandsche Veer.7) Hij had in 1813 zelf aan de strijd deelgenomen. Zwigtman beschreef dus slechts 7 jaar later de gebeurtenissen, maar het zij gezegd met dichterlijke vrijheid. Overdreef Zwigman in zijn dichterlijke beschrijving? Toen er kogels op de Noord-Bevelanders werden afgevuurd raakten zij door het dolle heen. Volgens Zwigtman leek het wel alsof, 'een brullende heer van aangehitste stieren' was losgebroken.8' Dichterlijke vrij heid of niet, Zwigtman is wel ooggetuige geweest. De door hem genoemde feiten en namen komen grotendeels overeen met het rapport van Van der Heijde uit 1913. In zijn inleiding van zijn boekje deelt hij mee dat hij voor de eer van ons land de vrijheid neemt 'o7n, als ooggetuige, ook in dezen aan hetzelve een meerder voorkomen te geven'. Een belangrijke bron is vervolgens dominee Looijen. Vijftig jaar later op 13 december 1863 hield dominee Looijen (toen predikant in Wissenkerke) een gedachtenispreek naar aanleiding van de gevechten die vijftig jaar geleden plaatsvonden.9' Hij noemt zichzelf met betrekking tot deze geschiedenis een oor- en ooggetuige. Dit klinkt op het eerste gezicht merkwaardig. In zijn toespraak merkt hij hier het volgende over op: 'Ik, die van afkomst geen Zeeuw, van geboorte geen Noord-Bevelander ben; die slechts uit verhalen, in uw midden nog in omloop, of uit eenige geschiedboeken, voor zoo verre zijn daarin staan opgetekend, iets van hetgeen op 13 Dec. 1813 alhier voorviel, te weten ben gekomen? Ik, die met mijne ooren die verha len heb gehoord, die met mijne oogen ze heb gelezen en naar mijne inzigten die gebeurte nissen beoordeel en beschouw' .10' In de twintigste eeuw zijn opnieuw nog enkele artikelen verschenen over deze geschiedenis.11' Ook in het boek voor de jeugd 'Om de Campveerse Toren' ver werkte de bekende schrijver M.C. Capelle dit verhaal over deze gebeurtenissen bij het Camperlandsche Veer.12' De historicus Wessels sluit de rij. Hij merkt op: 'Nog een reeks van jaren werd den 13den December op Noord-Beveland dankbaar in menig gezin gevierd. Ook is er nog eens een comité opgericht om een gedenkteken op Noord-Beveland te plaat sen, maar dit is nooit tot stand gekomen. Thans houdt de 'Kogelen Hoeve' de herinne ring nog levendig' ,13' Tot slot. Is het verhaal van de strijd te gekleurd overgeleverd? We weten het niet. Wel dat er voldoende aanwijzingen zijn dat zich op 13 december 1813 een gedenkwaar dige strijd heeft voltrokken. Wellicht is dit verhaal voor de gemeente Noord-Beveland aanleiding om alsnog een informatiebordje op de dijk bij de Kogelhoeve te plaatsen met een korte uiteenzetting over deze gebeurtenis. Bronnen: 1. Rapport van C.N. van der Heijde opgemaakt inl913, archief Gemeente Noord-Beveland (AN-163). 2. Het genoemde zwarte huisje moet het wachtlokaal van de veerdienst geweest zijn. Op afb. 3 is dit huisje aan de linkerzijde te vinden. 3. O. Groeneyk, Kronijk van Zierikzee, Zierikzee 1821, p. 252 e.v. 4. A.A. Looijen, Noord-Bevelandsch verlossing van het Franse juk in 1813 dankbaar herdachtNijmegen 1864. p. 13. J. de Ruiter, Nieuwdorp. Nieuw dorp in de Kraaijerts. Goes 2005, p. 67. De Ruiter maakt melding van een 6

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2006 | | pagina 8