Een tragedie in Kats
Albert L. Kort
Kinderen baren is geen kunst. Eeuwenlang
hebben vrouwen kinderen gebaard, terwijl
ze slechts werden geholpen door familiele
den en wijze vrouwen. De geboorte is
immers een natuurlijk gebeuren dat
meestal ook zonder medische ingreep tot
een goed einde komt. De vrouwen die de
barenden assistentie verleenden, waren
lange tijd beter ter zake kundig dan een
arts of chirurg. Slechts wanneer zij volko
men machteloos stonden, werd de hulp van
een dokter ingeroepen. Geen academisch
geschoold arts, maar een heel- en vroed-
meester die een 4-jarige opleiding op een
zogenaamde Klinische School had gevolgd.
In tegenstelling tot de vroedvrouw mocht
hij bij een moeilijke bevalling gebruik
maken van instrumenten, zoals de verlos
tang die zich vanaf de achttiende eeuw een
vaste plaats in de verloskunde had verwor
ven.11
Dat het gebruik van een verlostang geen
enkele garantie was voor een goede afloop
van de zwangerschap, bewijst het onder
staande verhaal dat zich in 1859 in het
Noord-Bevelandse Kats afspeelde.
Op vrijdag 11 maart 1859 kreeg de
Wolphaartsdijkse heel- en vroedmeester
Jan Persant Snoep van de burgemeester
van Kats het dringende verzoek zich zo
snel mogelijk te begeven naar Paulina
Snoodijk. De hoogzwangere vrouw stond
op het punt te bevallen en er leken zich
ernstige complicaties bij de geboorte voor
te doen. Snoep bedacht zich geen moment
en haastte zich in het gezelschap van zijn
Kortgeense collega J. Hoogendorp naar de
vrouw. Eenmaal gearriveerd besefte Snoep
dat ze te laat waren om nog veel voor de
vrouw en het kind te kunnen doen. Het
enige wat Snoep resteerde, was een uitge
breid rapport schrijven over wat zich alle
maal had afgespeeld en wat hij en Hoogen
dorp nog geprobeerd hadden te doen.
De 36-jarige Paulina Snoodijk, echtgenote
van Arij Tazelaar was in verwachting van
haar negende kind en had de assistentie
laten inroepen van B. Birkenfeld, heel- en
vroedmeester te Colijnsplaat. Birkenfeld
kwam voor het eerst langs op donderdag
3 maart. Toen hij zag dat het vruchtwater
reeds was afgevloeid, probeerde hij de
zwangerschap met behulp der forceps (ver
lostang, AK) te termineren. Daar die pogin
gen een geruimen tijd voortgezet, vruchte
loos bleven, nam de heer Birkenfeld het
werktuig af en verwijderde hij zich, voorge
vende dat er nog geene genoegzame ontslui
ting bestond om de verlossing ten einde te
brengen. Volgens Tazelaar was Birkenfeld
bijna drie uur met de tang in de weer
geweest.
Drie dagen later kwam Birkenfeld voor de
tweede keer langs, zonder nog een poging
te doen het kind met behulp van de tang te
halen. Na dien dag, zo vervolgde Snoep
zijn verslag, klaagde de barende over her
haalde rillingen en dorst, en meende men
dat zij door koorts was aangetast. Uit de
vagina begonnen stoffen te vloeijen, welke
eeenen ondragelijken stank verspreidden.
Donderdag 10 maart, een week na zijn eer
ste bezoek, bezocht Birkenfeld Paulina
voor de derde keer. Toen zou de reeds tot
ontbinding overgegane placenta zijn afgeko
men. Daar zij reeds verwijderd en niet meer
te vinden was, kon ik mij, schreef Snoep,
van den toestand waarin zij zich bevond
niet overtuigen; terwijl ik evenmin verno
men heb, of zij spontaan of door kunsthulp
is verwijderd geworden. Volgens het getui
genis van den man der barende zou de Heer
Birkenfeld zich daarop verwijderd hebben
voorgevende, "dat de vrouw niet kan wor
den verlost."
Snoep zag dat de vrouw, die in eene
bekrompene bedstede lag, volkomen uitge
put was en reikhalzend uitzag naar den
afloop der verlossing. Zijn beschrijving van
de vrouw was weinig opwekkend: Het
gelaat was ingevallen, met omschrevene
roodheid der wangen en vertoonde de ken-
teekenen van een hevig lijden. De huid-
warmte was verminderd, de pols klein,
gemakkelijk weg te drukken, doch nietfre-
31