men, waarvan de administrateurs van het
regiment geen weet hadden, want achter
de namen van alle Zeeuwen die daar deel
van uitmaakten staat in het stamboek de
algemeen gebruikte term: Perdu en Russie
pendant la campagne de 1812. Hieronder
waren de Bevelanders Marinus Steketee
(Borssele), Hendrik Brand (Kattendijke),
Jan van Kaasgat (Waarde) en Gideon van
Zweden (Schore).23'
Van de andere Bataljons werd van
2 november tot 9 december de datum van
verliezen wel nauwkeurig bijgehouden.
Op 7 december kwam de voorhoede aan in
Wilna. De hoofdmacht arriveerde twee
dagen later. Op 10 december braken felle
straatgevechten uit met de Kozakken. De
Fransen ontruimden daarop de stad. De ca.
10.000 achtergelaten gewonden werden
afgeslacht. Volgens berichten lagen in de
gangen van het St. Basiliusgesticht meer
dan 7000 stijf bevroren lijken opgesta
peld.24' Op karren werden ze buiten de stad
in massagraven geworpen.25'
Er waren slechts twee Bevelandse overle
venden van het 21ste. De eerste was Jan
Hoogstrate (Kapelle), die op 29 oktober was
overgeplaatst naar het 3e Bataljon Sap
peur s en die in 1817 ongehuwd te Kapelle
overleed. De tweede overlevende was Adri-
aan Koningwout (Goes), die op 19 augustus
1811 tot twee jaar gevangenisstraf werd
veroordeeld wegens diefstal prisonnement
pour crime de vol. Rentré au Corps le 19
aoüt 1813. Déserté le 7 nov. 1813. Présumé
prisonnier. Ook terug in Nederland kwam
hij nog enige malen met Justitie in aanra
king.
Bij zijn vertrek op 5 december had Napo
leon een legerbulletin laten opstellen,
waarin hij in bedekte termen zijn neder
laag toegaf. Het bulletin, dat pas half
december openbaar gemaakt mocht wor
den, eindigde met de woorden: De gezond
heid van Zijne Majesteit is beter dan
ooit.(La santé de S.M. n'a jamais été meil-
leur.)
Van Wilna naar Köningbergen
Enige dagen later werd de grensrivier de
Njemen weer gepasseerd en trokken de
restanten van het verslagen leger door
Oost-Pruisen naar hun winterkwartieren.
Terwijl de Russen voorlopig achter de Nje
men bleven, sloop geruisloos een vrese
lijke vijand achter de Fransen aan: de
vlektyphus. Toen op 20 december de eer
ste vluchtelingen Koningsbergen bereik
ten, sloeg de epidemie in volle hevigheid
toe. Duizenden die aan de hel van de veld
tocht ontsnapt waren, vonden alsnog de
dood. In Dantzig stierven tweehonderd
mensen per dag. De Franse garnizoenen
tussen de Elbe en de Weichsel werden,
zonder enig beleg te hebben doorstaan,
gehalveerd.26'
Zoals eerder vermeld maakte het 4e Batal
jon van het 124ste Regiment de Ligne deel
uit van de bezettingsmacht van Stettin. Zij
waren gelegerd in Uukermunde, ten wes
ten van de stad zelf.
Op 25 januari 1813 vervoegden de niet
meer dan zestig overlevenden van de rest
van het Regiment zich bij het 4e Bataljon.
Afb. 7. Vaandel van het 124ste Regiment de
Ligne. In mei 1812 aan het regiment toege
zonden.
De totale bezettingsmacht van Stettin
bestond uit ca. 14.000 man. De stad werd
van 15 februari tot 5 december 1813 bele-
11