want er werd geconstateerd dat zijn linker been difformé was avec un petit infectie. Pas bij de herkeuring noteerde de keu ringsarts bon achter zijn naam. Uit de ver dere gegevens blijkt dat Jacob met zijn lm/783 cm veel langer was dan veel van zijn leeftijdsgenoten. Bij voorbeeld zijn plaatsgenoot Cornelis Valkier, die bij de marine was ingedeeld, mat slechts lm/573 cm. Jacob had verder kastanjebruin haar, blauwe ogen, een gemiddelde neus, een ronde kin, grote mond en een bruine gelaatskleur, maar zijn linker wang was wat pokdalig. De veldtocht Hij vertrok met het contingent voor het 33ste Regiment Légère op 15 oktober 1811 vanuit Middelburg naar het dépöt te Givet in de Ardennen, waar ze op 2 november aankwamen. De groep stond onder leiding van een sergeant Allemand van het 21ste Regiment de Ligne. Na de korte opleiding werden ze ingedeeld bij één van de vier oorlogsbataljons van het 33ste, die toen in Bremen lagen. Jacob kwam terecht bij de compagnie grenadiers van het 3e bataljon. Toen het 33ste, dat deel uitmaakte van de voorhoede, op 24 juni 1812 de grensrivier de Njemen overstak, telde het Regiment 66 officieren en 2470 minderen, aanmerkelijk beneden de offi ciële sterkte. Het derde bataljon lag van juli tot half augustus te Borisov en bevei ligde daar de bruggen en de stad. De andere bataljons lagen in Minsk. Vandaar marcheerden het 2e en 3e bataljon door naar Smolenks (325 km), waar ze eind augustus aankwamen. Op 10 september werd de tocht naar Moskou aanvaard. Der tien dagen later, toen ze nog acht uur ver wijderd waren van deze stad, kregen ze de opdracht om de weg vrij te houden van de vijand. Een eenheid van 140 man uit het 33ste, tachtig man van het bataljon Ouvriers du Danube en tachtig man van het bataljon Hessen Darmstadt werden met tweehon derd Dragonders van de Garde er op uit gestuurd. Er ontstond een gevecht met een overmacht aan Russische cavalerie, die uit eindelijk aan tachtig dragonders en 140 infanteristen het leven kostte. Op 27 sep tember arriveerden ze eindelijk in Moskou. Bij de terugtocht maakten ze deel uit van de achterhoede. Terug in Smolensk moest een hoogte ten westen van de stad bezet worden gehouden. De temperatuur was inmiddels gedaald naar negentien graden onder nul. De eerste nacht vroren er zestig man dood in het onbeschutte bivak. Tijdens de terugtrekking uit Krasnoï dienden zij als laatsten aan te sluiten bij de terugtrek kende eenheden, maar werden toen bestookt door kozakken. Er werd een carré gevormd, dat daarna door drie Russische cavalerie-eskadrons werd aangevallen. Toen ook de Russische artillerie het carré onder vuur nam en ze werden aangevallen door twee bataljons Russische infanterie vielen bij meenigte in het carré dooden en gekwetsten tegen den grond. Ook officieren kregen nu bevel om een geweer te pakken. Toen de cavalerie de aanval weer inzette bezweek het carré en werden ze onder de voet gereden en ter neder gesabeld. Er waren nog 21 officieren en zestig minderen over, merendeels gewond, die in gevangen schap raakten. Waar en hoe Jacob aan zijn einde is geko men is niet te achterhalen. Perdu dans la campagne de 1812 en Russie staat achter zijn naam. Is hij en arrière geraakt en neergevallen langs de kant van de weg, bezweken in een geïmproviseerd hospitaal, doodgevroren 's nachts in het bivak of neer gesabeld door een Russische dragonder bij de laatste aanval op het carré? De geschiedenis zal het nimmer meer vrij geven. Nadien in Nederland In 's-Heerenhoek wachtten Maria Loen en dochtertje Anna tevergeefs op zijn terug keer. Op 28 november 1814 stuurde de schout van 's-Heerenhoek een lijst naar Middel burg met daarop twaalf namen van vermis ten uit 's-Heerenhoek. Bovenaan de naam van Jacob Willemse Mol. Maria is later ingetrokken bij de pas weduwnaar gewor den Marinus Mol, de zoon van zijn oom Jan, waar hij voor zijn huwelijk in huis was. Zij heeft van hem vier kinderen gekre- 15

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2007 | | pagina 17