Afb. 4. Gemeenteveldwachter David van de Vreugde (1885-1955) in Kamperland. Foto is t.g.v. zijn 25-jarig ambtsjubileum. (Particuliere collectie J.J. Scherp). ment mijner woning met straatsteenen, sommige van IV2 kilo zwaarte. Dit tooneel zal zich vrij zeker heden avond herhalen nu Koster (de vriend van die lui) zijn 25-jarig veldwachtersfeest viert; volgens gerucht ver neem ik dat bemiddelde lui gratis sterken drank laten uitdeelen, die spoedig zijne uit werking doet gevoelen.20) De medeplichtigheid van Koster kon echter niet worden bewezen en daarom kwam hij er met een reprimande vanaf. De klachten- stroom bleef echter aanhouden. In 1889 liet de burgemeester de commissaris weten dat het met den veldwachter Johannes Koster van kwaad tot erger komt. Gedurig moet ik hem op tekortkomingen wijzen. Menigvul dig zijn de klachten van zijn collega Bles over de weinige medewerking die hij van Koster ondervindt, terwijl Koster zich veel tijds onder drinkgelag in de herberg bevindt. De brigadier van de rijksveld- wacht had Koster meer dan eens in abnor- malen toestand zien rondlopen als gevolg van overmatig drankgebruik.21) Bovendien maakte hij zich schuldig aan plichtsver zuim, zoals in 1890 bleek. In dat jaar deden zich ongeregeldheden voor tussen soldaten van het Leger des Heils en tegen standers. Als we het rapport van de burge meester mogen geloven, bood Yerseke in de nacht van 16 op 17 maart 1890 de aanblik van een stadje uit het Wilde Westen: Zoodra de duisternis was ingevallen, bewo gen zich troepen van meer dan honderd per sonen zingende en tierende langs de straten. In het gebouw van het Heilsleger moest de aldaar gehouden godsdienstoefening wor den gestaakt wegens het rumoer dat zoowel binnen als buiten het gebouw heerschte. Een van de aanhanger van het Heilsleger (Johannes Mieras genaamd) werd door de menigte omsingeld en geslagen. De politie 30

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2007 | | pagina 32